In Oer proberen een nanowetenschapper, een kinderboekenschrijver en een theoloog te laten zien dat geloof en wetenschap elkaar niet hoeven te bijten.
Apart. Eerder dit jaar bespraken we een boek over het ontstaan van het heelal dat Genesis heette, maar niets met de Bijbel van doen had. En nu gaat het over een boek over hetzelfde onderwerp met de oerdegelijke titel Oer – dat dan weer wel een niet te missen christelijke insteek heeft. Verantwoordelijk is een team bestaand uit kinderboekenschrijver Corien Oranje, theoloog Gijsbert van den Brink en nanowetenschapper Cees Dekker.
Protonperspectief
Aan het begin van het boek blijft het religieuze aspect nog op de achtergrond. De verschillende periodes die volgden op de oerknal worden beschreven vanuit het perspectief van een proton. Inderdaad: de hoofdpersoon van dit boek is een deeltje, dat de hele geschiedenis van het universum doormaakt (oké, op het allereerste begin na dan). Een originele aanpak die prima werkt dankzij de inhoudelijke kennis van Dekker en de vlotte pen van Oranje.
Wel moet de atheïstische lezer af en toe een korte verwijzing naar de Schepper op de koop toe nemen, die een Plan heeft met dit alles. Maar overduidelijk is dat de auteurs de wetenschappelijke visie op het ontstaan van het heelal volledig omarmen – en zo laten zien dat die wat hen betreft niet op gespannen voet staat met een christelijke levensbeschouwing.
Kinderbijbel
Gaandeweg verandert het boek echter. Ja, Adam en Eva krijgen nieuwe Afrikaanse namen – de moderne mens is immers uit dit werelddeel afkomstig – en de slang ontbreekt. Voor de rest lijkt hun verhaal echter behoorlijk op dat in de Bijbel. En vanaf het moment waarop Jezus geboren wordt, is er helemaal weinig ruimte meer voor een genuanceerde, wetenschappelijke kijk op zaken. Alles wat in het evangelie staat, is blijkbaar gewoon echt gebeurd – inclusief de wonderen.
Goed, af en toe komt er nog even een snippertje wetenschap om de hoek kijken; zo worden de schriftgeleerden die Jezus afwijzen vergeleken met witte bloedlichaampjes die een virus bestrijden. Maar dat zijn niet meer dan ietwat geforceerde toevoegingen aan een boek dat op dit punt in feite een kinderbijbel is geworden.
Daardoor slaagt Oer er uiteindelijk niet in de door veel mensen gevoelde spanning tussen wetenschap en geloof weg te nemen. Blijkbaar mag, althans in de ogen van Dekker, Van den Brink en Oranje, de schepping van de aarde in zeven dagen best plaatsmaken voor de oerknaltheorie. Maar de wederwaardigheden van Jezus staan kennelijk te centraal in het christelijke gedachtegoed om ze dezelfde behandeling te kunnen geven.