In Hoe we mensen werden beschrijft Madelaine Böhme de zoektocht van de moderne mens naar zijn roots.
De moderne mens ontstond in Afrika. Hier verruilden mensapen hun bosrijke omgeving voor de savanne. Uit rechtop lopende primaten kwamen verschillende soorten oermensen voort. Homo sapiens bleek de handigste. Die trok vervolgens Afrika uit en bevolkte de rest van de wereld. Tot nog geen vijftien jaar geleden was dit de heersende kijk op onze evolutionaire geschiedenis. Nieuwe inzichten trekken deze lezing echter in twijfel.
Hoe we mensen werden vertelt het verhaal van fossielenjagers en hun zoektocht naar de puzzelstukjes van de menselijke evolutie. Auteur Madeleine Böhme leverde zelf een belangrijke bijdrage. De Duitse paleontoloog onderzocht een in Griekenland gevonden onderkaak van Graecopithecus freybergi. Deze 7,2 miljoen jaar oude primaat, bijgenaamd ‘El Graeco’, zou weleens onze oudste voorouder kunnen zijn vanaf het moment dat mens en chimpansee van elkaar afsplitsten. Deze vondst betekent volgens Böhme, samen met ander bewijs, dat de splitsing tussen ons en onze naaste verwanten eerder plaatsvond dan gedacht en dat Europa – niet Afrika – het toneel was voor een essentieel deel van onze ontwikkeling van mensaap tot mens.
Veelheid aan verbanden
Böhme neemt de lezer niet alleen mee naar Griekenland, maar naar alle plaatsen op aarde waar belangrijke aanwijzingen zijn gevonden over hoe de moderne mens ontstond – van de Zuid-Duitse streek Allgäu tot de Djurabwoestijn in het noorden van Tsjaad. Ze vertelt daarbij onder meer hoe klimatologische veranderingen onze evolutie aanstuurden.
Door de veelheid aan geschiedkundige verbanden, wetenschappelijke details en paleoantropologisch jargon is Hoe we mensen werden geen laagdrempelige pageturner. Maar wie dat niet ontmoedigt, krijgt een fraai overzicht van onze evolutie van boomslingeraar tot stadsmens.