In De werkelijkheid is niet wat ze lijkt duik je samen met de Italiaanse fysicus Carlo Rovelli diep het konijnenhol van de natuurkunde in.
Elk verhaal in New Scientist zou kunnen beginnen met een beschouwing van de ideeën uit de klassieke oudheid. Moderne wetenschap is immers een vervolg op wat in die lang vervlogen tijden met slechts de kracht van het menselijk intellect op papier werd gezet. Hoewel beginnen in de oudheid inmiddels een cliché is, deert dat in het geval van het nieuwe boek van de Italiaanse fysicus Carlo Rovelli niet zoveel. In De werkelijkheid is niet wat ze lijkt trekt hij namelijk een directe lijn van het wereldbeeld van de Griekse filosoof Democritus, die met een atoomtheorie op de proppen kwam, naar het schuimende, granulaire quantumspul dat volgens moderne fysici onder onze werkelijkheid schuilt.
Daarbij onderneem je als lezer een reis die voert van de ideeën van Newton naar die van Einstein en de opkomst van de quantumfysica. Maar echt spannend wordt het pas wanneer je belandt bij het huidige front, waar de nog altijd onbeantwoorde vraag hoe je relativiteit met quantumtheorie verenigt als een zwaard van Damocles boven het vakgebied zweeft.
Rovelli neemt je mee naar één mogelijke oplossing, waarin de zogeheten theorie van loopquantumzwaartekracht de slechtst begrepen kracht uit de natuurkundecanon opnieuw vormgeeft. De werkelijkheid is niet wat ze lijkt houdt het daar bovendien niet bij. In de latere hoofdstukken duik je nog dieper het natuurkundekonijnenhol in en maak je kennis met onderwerpen zoals oneindigheid, de rol die informatie mogelijk in de kosmos speelt en de ontembare quantumgulzigheid van zwarte gaten.
Een geestverruimende tour langs de meest speculatieve uithoeken van de moderne fysica.