De meeste populairwetenschappelijke boeken zijn voornamelijk geschreven vanuit het perspectief van de alwetende verteller. Zo niet Echt nano, waarin wetenschapsjournalist Martijn van Calmthout brieven naar het verleden stuurt, drie Nobelprijswinnaars interviewt en zelfs een inmiddels overleden natuurkundige tegenkomt.
Van Calmthout gebruikte zo’n alternatieve verteltechniek ook in zijn boeken Echt quantum, waarin hij met Albert Einstein en Niels Bohr praat, en Echt zwaar, met Léon Foucault als gesprekspartner. In Echt nano richt hij zich in zeven brieven tot een wat minder bekende wetenschapper: de Groningse chemicus en apotheker Sibrandus Stratingh, die in 1835 ’s werelds eerste elektrische auto ontwierp.
Een verrassende, maar logische keus gezien de andere hoofdrolspeler in het boek. Net als Stratingh ontwikkelde Nobelprijswinnaar Ben Feringa als chemicus in Groningen een nieuw soort wagen. In zijn geval was dat een nano-auto: een minuscule moleculaire machine aangedreven door licht.
Feringa komt in het boek meermaals voorbij: in het door hemzelf geschreven voorwoord, in Van Calmthouts brieven aan Stratingh en in een uitgebreid interview tussen de brieven door. Daarin spreekt Feringa niet alleen over zijn werk, maar ook over de impact van een Nobelprijs en zijn visie op de huidige stand van de wetenschap.
Schipperstrui
Daarnaast bevat het boek interviews met Feringa’s mede-Nobellaureaten Sir James Fraser Stoddart en Jean-Pierre Sauvage. Ook is er een intermezzo over Feringa’s leermeester Hans Wijnberg en een gefingeerde ontmoeting met natuurkundige Richard Feynman. Elk hoofdstuk is doorspekt met Van Calmthouts eigen observaties – van Feringa’s blauwe schipperstrui tot Feynmans druk gebarende vertelstijl.
Door de combinatie van brieven en interviews bevat het boek veel historische en persoonlijke elementen. Dat maakt het heel levendig en prettig leesbaar. Bovendien geeft Stratinghs aanwezigheid Van Calmthout mooi de gelegenheid om de natuur- en scheikunde van de afgelopen twee eeuwen bondig samen te vatten.
Verwondering
Een nadeel van het format is dat de uitleg in het begin soms wat minder goed overkomt, doordat die gericht is op een 19e-eeuwse scheikundige met een volstrekt ander referentiekader dan de moderne geïnteresseerde leek. Gelukkig is Stratingh in de laatste brieven voldoende bijgepraat, zodat je je tijdens het lezen over de veelbelovende toepassingen van nanotechnologie wat meer met hem kunt identificeren.
Naast uitleggen hoe nanotechnologie werkt, wil Van Calmthout in Echt nano vooral verwondering opwekken over de razendsnelle ontwikkeling en talloze mogelijkheden van het vakgebied. En daar slaagt hij goed in. Door de historische weg naar Feringa’s moleculaire wagentjes te beschrijven, raak je als lezer erg benieuwd wat nanotechnologie in de toekomst nog op ons pad brengt.
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder:
- In de sporen van Foucault
- De quantumwereld is dichterbij dan we denken
- ‘Nobelprijswinnaars zijn allemaal interessante mensen waar je naar wilt luisteren’
- Feringa: ‘Ik stop alleen met wetenschap als er ijs ligt’
- Ontmoet de Nobelprijswinnaar die van een enkel molecuul een werkende auto kan maken
- Feringa maakt moleculaire motor met synchroon draaiende rotoren
- De moleculaire machines van Ben Feringa en zijn mede-Nobellaureaten