Hoogleraar Muziekcognitie Henkjan Honing besloot de grenzen van zijn vakgebied te verkennen. In Aap slaat maat beschrijft hij zijn zoektocht naar muzikaliteit bij dieren, langs gedrags- en neurobiologen.
Daar stond u dan, naast een resusaap met elektroden uit zijn hoofd.
‘Ja, dat was erg indrukwekkend, en ook wel een beetje eng. Ik was uitgenodigd door Hugo Merchant, die een primatenlab had in Mexico. Hij wilde mij helpen in mijn onderzoek naar muzikaliteit bij dieren, een bijzondere kans die ik meteen aangreep. Zij doen daar fundamenteel biomedisch onderzoek, heel anders dan wat ik zelf deed. Dat ik een camera bij me had (van de VPRO) maakte het voor mij wat dragelijker om ernaar te kijken. Zo raakte ik gewend aan die nieuwe omgeving. Ik kon ze een niet-invasieve methode aanreiken die we ook bij baby’s toepassen, met elektroden aan de buitenkant van de schedel. Daarmee kun je vaststellen of de apen tonen die buiten de maat vallen opmerken.
‘Het was ook de start van mijn dagboekaantekeningen, waaruit later dit boek ontstond.’
Het boek heet Aap slaat maat, maar die resusapen bleken juist geen maatgevoel te hebben… Hoe zit dat?
‘Wij zijn zelf ook primaten! Apen hebben vrijwel dezelfde hersenstructuren, het is raar dat ze dat aspect van muzikaliteit niet met mensen delen. Het lijkt erop dat het ‘m in de sterkte van de verbindingen zit, tussen de auditieve en motorische schors. Chimpansees hebben dat nog een beetje, resusapen niet. Maar alle mensen slaan wel maat.
‘We hebben drie resusapen gemeten. Eén daarvan bleek doof, een grote tegenslag. De resusapen bleken geen maatgevoel te hebben. Het onderzoek daarnaar is nog steeds bezig, deze week verscheen er weer een artikel van ons met als conclusie dat resusapen geen maatgevoel hebben, maar wel regelmatigheid kunnen ontdekken. Het is dus nog genuanceerder dan al in het boek staat.’
Hoe maakte u van een dagboek een boek?
‘Dat is nog best lastig, het geheel is zeker vier keer herschreven. Soms moet je een truc verzinnen om bepaalde informatie toch aan bod te laten komen, zoals een flashback. Het is een manier om je lezers mee te laten kijken achter de schermen. Hiermee laat je zien hoe je onderzoek doet. De opwinding als het goed gaat, maar ook de teleurstellingen die erbij horen. De grote rol van toeval komt er ook in naar voren. Al die ontmoetingen met andere wetenschappers, het toevallig tegenkomen van een bepaald artikel dat mijn werk een nieuwe impuls geeft…’
Heeft u een favoriete ontmoeting?
‘Poeh, lastige vraag. Met Carel ten Cate en Hugo Merchant heb ik samen gepubliceerd, dus die ken ik het best. Maar het zeezoogdierenlab in de VS en het Japanse primatenlab vond ik het spannendst. Ik hoop dat zich dat nog verder uitbreidt. De toptijdschriften publiceren weinig over muziek, dat is jammer. Tot voor kort werd het dus ook niet als een ‘scorend’ onderwerp gezien. Als je op congressen mensen aanspreekt krijg je vaak een reactie als: Muziek? Ja, ik speel ook een instrument. Mensen kennen muziek toch vooral daarvan, of van de radio. Niet als een wetenschappelijk onderwerp. Muzikaliteit is een grote vraag waar we weinig van weten, er kunnen enorm veel mensen aan werken. Dat is hopelijk ook de kracht van dit boek, om dat te laten zien. Misschien moet je een contactadvertentie plaatsen haha, “enthousiaste hoogleraar zoekt samenwerking”.’
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder:
- Muziek als medium
- Iedereen moet muziek maken
- Magneten op je brein kunnen je meer van muziek laten houden