Open access green: Een realistische, internationale keuze
Elisabeth Monard, Secretaris-generaal van het Vlaamse Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO), is het eens met Jos Engelen en Franciska de Jong. Wetenschappelijke publicaties moeten gratis toegankelijk zijn. De manier waarop dit wordt gerealiseerd, daarover verschilt Monard wel van mening.
‘Onze gerespecteerde collega’s Jos Engelen en Franciska De Jong tonen zich in hun bijdrage bezorgd over open access van wetenschap. Net als bij het NWO leeft deze discussie ook bij haar Vlaamse tegenhanger FWO. Ook het FWO is voorstander dat publicaties voortkomend uit publiek gefinancierd onderzoek vrij beschikbaar moeten kunnen zijn online. Maar het FWO maakt zich wel zorgen over de hoge kosten die momenteel gepaard gaan met de zogenaamde open access gold, waarbij de auteurs zelf de publicatiekosten betalen aan de uitgeverij. Daarom kiest het FWO liever voor open access green. Hiermee deponeert de auteur na een bepaalde periode zijn publicatie in een digitaal toegankelijk repositorium. Mits voldaan aan een aantal voorwaarden lijkt ‘de groene weg’ ons over de beste slaagkansen te beschikken.
‘Op dit ogenblik vraagt het FWO aan al zijn onderzoekers om publicaties, resulterend uit onderzoek gefinancierd met FWO-fondsen – publiek geld dus – na maximum één jaar in een publieke databank op te slaan. Daarenboven nodigen we hen uit om dat voor hun andere publicaties te doen. De werkingsmiddelen die ze van het FWO ontvangen, mogen ze gebruiken om de kosten verbonden aan de publicatie in een open access-uitgave (hetzij green, hetzij gold) te dekken.
‘Toch wil het FWO aandringen dat de goedkopere green-optie meer gebruikt wordt, omdat, bij een doorgedreven gold-aanpak, hiervoor heel wat geld moet gebruikt worden van de bestaande onderzoeksfondsen (ten koste van het eigenlijk onderzoek). Bovendien zullen ook bij de open access gold, zeker in de overgangsfase, abonnementen moeten blijven betaald worden om nog artikels van collega’s te kunnen lezen.
‘Blijft dan het alternatief over dat de publieke geldschieter hier in extra publicatievergoedingen voorziet. Maar financiert de overheid hiermee niet indirect open access publicaties, op het gevaar af dat zij ook de commerciële weg op gaat?
‘Terecht stellen Engelen en de Jong een aantal vragen bij het puur commerciële verdienmodel van de uitgevers van wetenschappelijke tijdschriften. Vraag daarbij is echter of je deze instituten zomaar kunt vragen, laat staan dwingen om hun belangrijkste inhoud – wetenschappelijke publicaties – zomaar vrij beschikbaar te stellen. Betekent dit dat hun nieuws, commentaren, advertenties en bijeenkomsten plots extreem duur gaan worden? Mediahuizen overal ter wereld hebben het nu al moeilijk om informatie achter een online betaalmuur met succes ten gelde te maken. Lukt dit dan wel met de niche van de wetenschappelijke tijdschriften?
‘Het FWO pleit er ook voor dat in deze discussie het nodige Europees overleg gebeurt. Welke weg ook gekozen wordt – green, gold of een derde weg – de slagkracht van het beleid is veel groter en effectiever wanneer je dit met vele landen samen doet. Een editor-in-chief van Nature zal immers iets meer geneigd zijn om te luisteren naar onze open access-verzuchtingen wanneer alle Europese research councils unisono bij hem aankloppen. Het FWO gelooft dan ook dat er hier een belangrijke taak is weggelegd voor Science Europe, die een groot aantal Europese onderzoeksfinancierende en – uitvoerende organisaties verenigt.
‘De Vlaamse weg in het open access-debat is er een van Europese en internationale samenwerking, met duidelijke krijtlijnen voor overheid, uitgevers en voor onderzoekers. FWO staat voor een beleid dat gaat voor absolute excellentie in onderzoek en dat de maatschappij de mogelijkheid biedt om op een snelle en kwaliteitsvolle manier de vruchten te plukken van het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, dat de motor is van onze innovatieketen.’