Voor het eerst zijn er fossiele resten van een hadrosauriër gevonden in Afrika. De vondst suggereert dat deze dinosaurussen een oceaan konden oversteken en dus een stuk betere zwemmers waren dan we tot nog toe dachten.
‘Het lijkt erop dat deze dinosaurussen een oceaan konden overbruggen’, zegt paleontoloog Nicholas Longrich van de Universiteit van Bath in het Verenigd Koninkrijk.
Eendenbek
Hadrosauriërs, in het Engels ook wel duck-billed dinosaurs ofwel eendenbekdinosauriërs genoemd, kwamen tegen het einde van het dinosaurustijdperk veel voor. Het waren grote dieren die voornamelijk planten aten. De botten in hun snuit werden afgeplat, waardoor die er eendachtig uitzag.
Mieren zijn magnifieke navigators
Mieren zijn in staat tot verbazingwekkende navigatieprestaties. Misschien kan waardering hiervoor helpen om deze insectensoorten te behouden.
In Noord-Amerika en Eurazië zijn veel fossielen van hadrosauriërs gevonden. In Afrika was dat tot nog toe niet het geval. Dit is gemakkelijk te verklaren door de posities van de continenten toentertijd. Europa en Noord-Amerika maakten samen deel uit van één groot continent, Laurazië genaamd, terwijl een tweede groot continent, Gondwana, het huidige Afrika en Zuid-Amerika herbergde. Hadrosauriërs zouden alleen op Laurazië hebben gewoond.
Longrich en zijn collega’s kregen echter delen in handen van de bovenkaak van een 67 miljoen jaar oude hadrosauriër uit Marokko. Het fossiel was gevonden in een fosfaatmijn. Ze hebben het fossiel inmiddels gedoneerd aan het Natuurhistorisch Museum van Marrakech.
Zwemmers
Er is geen bewijs voor een landbrug tussen Laurazië en Gondwana, zegt Longrich. Daarom is de meest waarschijnlijke verklaring dat de hadrosauriërs het water overstaken. Dat wijst erop dat ze, net als sommige hedendaagse grote zoogdieren, konden zwemmen.
‘Olifanten zijn goede zwemmers en weten zo op eilanden te belanden’, zegt Longrich. Tot ongeveer twintigduizend jaar geleden leefden er olifanten op eilanden in de Middellandse Zee, zoals Sicilië.
Overcorrectie
Over het algemeen nemen paleontologen aan dat dinosaurussen alleen op land vertoefden. De enige grote dino waarvan we weten dat die veel tijd in het water doorbracht, is de vleesetende Spinosaurus.
Longrich zegt dat dit misschien komt doordat paleontologen decennia geleden dachten dat dinosaurussen ‘in moerassen rondhingen’. De aanname was dat de dieren te groot en lomp waren om zich op het land te verplaatsen. Later onderzoek heeft dit weerlegd. ‘Mensen realiseerden zich dat deze aquatische dinosauriërs onzin waren. We hebben toen eigenlijk overgecorrigeerd, door aan te nemen dat álle dinosauriërs landdieren zijn’, zegt hij.
Spelen
‘Dinosauriërs zijn een diverse groep’, vervolgt Longrich. Hij wijst erop dat veel dieren die we vandaag de dag als landdieren beschouwen eigenlijk ook semi-aquatisch zijn. Denk bijvoorbeeld aan ijsberen en elanden. Hetzelfde geldt misschien voor sommige dinosauriërs, zegt Longrich. ‘Het is logisch dat sommige van hen er tenminste een beetje mee speelden.’