Er is een nieuwe schatting van het aantal cellen in ons lichaam. Deze berust op gegevens uit meer dan 1500 wetenschappelijke artikelen waarin verschillende cel- en weefseltypes worden beschreven.  

De gemiddelde volwassen man heeft ongeveer 36 biljoen cellen in zijn lichaam, en de gemiddelde volwassen vrouw 28 biljoen, hebben onderzoekers ontdekt (een biljoen is een 1 met 12 nullen). Verrassend is dat het totale gewicht van de kleine cellen in ons lichaam, zoals bloedcellen, ongeveer hetzelfde als die van grote cellen, zoals spiercellen.  

1500 artikelen

Om het aantal cellen in het menselijk lichaam te tellen, analyseerden Ian Hatton van het Max Planck Instituut voor Wiskunde in de Wetenschappen in Leipzig, Duitsland, en zijn collega’s meer dan 1500 wetenschappelijke artikelen. Daarbij keken ze onder meer naar hoeveel soorten cellen ons lichaam heeft, hoeveel van elk type in elk weefsel zitten, en de gemiddelde grootte en massa van elk celtype. Ze vonden meer dan vierhonderd bekende celtypen in zestig verschillende weefsels.

‘Bij mannen ruikt het meer naar kaas, bij vrouwen naar ui’: verrassende verhalen over microben
LEES OOK

‘Bij mannen ruikt het meer naar kaas, bij vrouwen naar ui’: verrassende verhalen over microben

Ze zitten op je neus, op je bord, in je darmen, onder je voeten. Te klein om met het blote oog te zien, met oneindig veel en ...

Met behulp van cijfers van de Internationale Commissie voor Stralingsbescherming (ICRP) wisten de onderzoekers hoeveel massa elk weefsel heeft in een volwassen man van 70 kilo, een volwassen vrouw van 60 kilo en een kind van 32 kilo. Daarmee schatte het team vervolgens hoeveel cellen er in een lichaam zitten.  

‘De truc was om te zoeken naar artikelen die het aantal cellen in verschillende weefsels beschreven’, zegt menselijk ecosysteem-onderzoeker Eric Galbraith aan de McGill University in Canada. ‘En om te weten uit welke cellen die weefsels bestaan, en hoe groot de cellen zijn.’

36 biljoen

Het team schat dat een volwassen vrouw 28 biljoen cellen heeft, een kind 17 biljoen, en een volwassen man 36 biljoen, schrijven ze in het vakblad PNAS. De eerste twee schattingen zijn gebaseerd op artikelen die voornamelijk volwassen mannen beschrijven, dus deze cijfers zijn minder zeker, zegt Galbraith. ‘Er is helaas nog steeds meer informatie beschikbaar over mannen dan over vrouwen en kinderen’, zegt hij.

Ook het aantal cellen van volwassen mannen is niet volledig zeker. ‘Het verschil tussen mannen, vrouwen en kinderen is waarschijnlijk vrij klein in vergelijking met andere fouten die in de cijfers geslopen kunnen zijn’, zegt Hatton. ‘Zelfs de variatie tussen verschillende mannelijke proefpersonen van 70 kilo kan vergelijkbaar zijn met de verschillen tussen mannen en vrouwen, dus ik denk dat het niet zorgvuldig is om het verschil al te veel te benadrukken.’ 

Celgrootte

Naast het aantal cellen ontdekte het team ook dat het totale gewicht per celgrootte in het lichaam ongeveer gelijk lijkt te zijn. ‘Je zou denken dat er een gemiddelde celgrootte is, en dat we voornamelijk uit cellen van deze gemiddelde celgrootte bestaan,’ zegt Galbraith. ‘Maar dat klopt niet.’ 

‘In ons lichaam hebben we ongeveer dezelfde hoeveelheid, gemeten in massa, aan zeer kleine cellen als zeer grote cellen en alle celgroottes daartussenin,’ zegt hij. ‘We beginnen allemaal vanuit één cel, dus waarom verspreidt de celontwikkeling zich dan tot dit volledige scala van celgroottes?’ 

Onbekende X

‘Het is fascinerend, vanuit een puur wetenschappelijk perspectief, om enige vorm van kwantificering van de celdiversiteit in het menselijk lichaam te hebben’, zegt cel- en moleculair bioloog John Runions aan de Oxford Brookes University in het Verenigd Koninkrijk.  

‘Wanneer ik studenten lesgeef over celbiologie en ontwikkeling, zeg ik iets als “we beginnen allemaal als één bevruchte cel, de zygote, die opeenvolgende rondes van celdeling en -differentiatie ondergaat om een volwassen organisme met X cellen te produceren’.’ 

‘De X is altijd het lastige gedeelte geweest,’ zegt hij. ‘Ik ben blij dat mijn uitspraak over het aantal cellen nu in ieder geval in de juiste orde van grootte zit.’