Een opname door de Hubble-telescoop van een stervende ster geeft nieuwe aanwijzingen voor het ontstaan van planetaire nevels.

Object CRL-618 vormt een middelpunt van een prachtig schouwtoneel. Het is een proto-planetaire nevel. Enkele honderden jaren geleden stootte de ster in het centrum een gasvormige schil af. Nu spuwt de ster aan de polen materie uit, die zich met snelheden oplopend tot wel 700.000 kilometer per uur van de ster verwijdert.

CRL-618 is een van de zeldzame astronomische objecten die de overgang van stervende rode reus naar planetaire nevel toont. De afgelopen twintig jaar hebben astronomen deze ontwikkeling kunnen volgen. De opname van de Hubble toont dankzij een grote resolutie met meer precisie de dynamiek van het proces. Opvallend is de tweepolige symmetrie.

‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’
LEES OOK

‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’

Oude sterren en pril leven – dat zijn de onderwerpen waar het hart van sterrenkundige Leen Decin harder van gaat kloppen.

Als een ster zoals de Zon de grote voorraad waterstof in de kern heeft verbruikt, begint een korte periode met een razendsnelle ontwikkeling. Daarna groeit zo’n ster in grootte en helderheid, verandert in de koelere rode reus en stoot, in de vorm van een trage zonnewind, een schil vol gas en materie af. Als de meeste massa is verdwenen, neemt de temperatuur weer toe en licht de gasschil op. Vervolgens waait een snellere zonnewind vanaf de ster. De uiteindelijke structuur van planetaire nevels vormt voor astronomen een uitdagende puzzel. Het lijkt erop dat dit de vlinderachtige structuren veroorzaakt. De totale omzetting van ster in planetaire nevel neemt een paar honderd tot duizend jaar in beslag.

Alexander Tielens van het Kapteyn Instituut in Groningen: “We vermoeden dat de uitstekende stralen die de Hubble-opname toont, de oorzaak zijn van de fijne structuur die we zien in meer ontwikkelde planetaire nevels. Misschien draaien de jets, of schommelen ze rond de centrale ster en tekenen ze daarbij structuren in de gasschil. Het lijkt erop alsof de ster met deze stralen uit de afgestoten schil de vlinderachtige structuren snijdt die in een later stadium zo prominent zijn. Als dat zo is, zien we wellicht de stukjes van een puzzel bij elkaar komen, mede dankzij de resolutie van de Hubble-opname.”