Slangen bewegen meestal in een S-vormig kronkelpatroon. Maar ze kunnen ook in een rechte lijn naar voren schieten, als een trein door een tunnel. Amerikaanse onderzoekers hebben ontrafeld hoe slangen rechtlijnig kunnen bewegen.
Door te kronkelen of zich af te zetten tegen stenen of takken krijgen slangen extra grip en komen ze vooruit. Wetenschappers vroegen zich daarom af hoe de dieren in een rechte lijn konden bewegen. Nu blijkt dat de schubben op hun huid voor genoeg weerstand zorgen om de slangen vooruit te laten glijden.
Als een rups
De manier waarop slangen zonder te kronkelen vooruit komen, is vergelijkbaar met het kruipen van rupsen. Eerst duwt de slang zijn lichaam naar voren terwijl zijn geschubde buikhuid op de grond bijft liggen. Hierbij rekt het gedeelte van de huid dat de grond raakt veel verder uit dan de rest. De schubjes op zijn buik zorgen voor grip op de ondergrond. Vervolgens tilt hij zijn buik op om die weer in lijn te brengen met rest van zijn lichaam. Hij herhaalt deze golvende beweging zo snel dat het eruitziet als een vloeiende verplaatsing.
Mieren zijn magnifieke navigators
Mieren zijn in staat tot verbazingwekkende navigatieprestaties. Misschien kan waardering hiervoor helpen om deze insectensoorten te behouden.
De ruggengraat van de slang verplaatst tijdens deze beweging met een constante snelheid, schrijven de onderzoekers. ‘De huid wordt door de ene groep spieren vooruit getrokken en vervolgens op zijn plaats gehouden, terwijl een andere groep spieren het lichaam aan de ruggengraat vooruit trekt’, zegt Steven Newman van de University of Cincinnati in een persbericht.
De rechtlijnig vorm van voortbewegen wordt vooral gezien bij grotere, zwaarlijvige slangen, zoals pythons en boa constrictors. Maar in principe kunnen alle slangen het. Het komt van pas tijdens het jagen op prooien die in holletjes of tunnels onder de grond leven.
Boa constrictor
Voor het onderzoek keken de Amerikanen naar een boa constrictor. Deze slangen kiezen er soms voor om in een rechte lijn door het bos te bewegen. De onderzoekers filmden de slang terwijl hij rechtlijnig langs een oppervlak met referentiepunten bewoog. Ook op de slang plaatsten ze referentiestippen. Verder maten ze de activiteit van de spieren van de slang. Zo konden ze de subtiele beweging van de slang in kaart brengen.
Slangen lijken zich alleen in een rechte lijn te verplaatsen als ze achter een prooi aan zitten of als ze zich ontspannen voelen. Als ze schrikken of gepord worden en snel weg willen, kiezen ze voor de bekende kronkelbeweging.
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder: