Koninginnen in de insectenwereld gebruiken allemaal dezelfde chemische boodschap om hun onderdanen niet te laten voortplanten. Bioloog Annette Van Oystaeyen van de universiteit Leuven en haar collega’s ontdekten onlangs dat feromoon, terwijl het al zo’n 145 miljoen jaar oud is.
De onderzoekers ontdekten dat het merendeel van de koninginnen veel langere ketens verzadigde koolwaterstoffen produceert dan hun onderdanen. Die specifieke koolwaterstofsamenstelling leidt tot het feromoon dat voortplanting ‘verbiedt’. Dat kwam aan het licht tijdens een onderzoek naar de verschillen tussen koninginnen en hun werkers.
Op het moment dat het team wespwerkers blootstelde aan een synthetische variant van de verbinding, bleken de eierstokken van de vrouwtjes zich niet te ontwikkelen – ondanks het feit dat er geen koningin in de buurt was. Hetzelfde gold voor mieren- en bijenwerkers wanneer ze werden blootgesteld aan het stofje.
Nieuwe technologie onthult het verborgen leven van dinosauriërs
Van migrerende planteneters tot toegewijde ouders: paleontologen ontrafelen stukje bij beetje het gedrag van dinosauriërs.
Mieren, wespen en bijen behoren allemaal tot de vliesvleugeligen. Dat verklaart mogelijk waarom de koninginnen van die drie groepen allemaal beschikken over hetzelfde feromoon: ze hebben het geërfd van hun gemeenschappelijke voorouder. Het is nog onduidelijk waarom die voorouder het feromoon heeft ontwikkeld.
Vliesvleugeligen leefden voorheen namelijk niet in groepen. Onderzoekers denken dat het feromoon in een vroeg verleden gebruikt werd als een signaal voor vruchtbaarheid. Dat kan volgens Van Oystaeyen ook verklaren hoe de insecten in de loop van de jaren steeds socialer werden. Dochters zouden reageren op de signalen van vruchtbare moeders, waardoor ze onvruchtbaar bleven en hielpen bij de zorg voor andere jongen.
Een andere mogelijke verklaring is dat de drie insectengroepen het feromoon onafhankelijk van elkaar hebben ontwikkeld, aangezien ze alle drie zijn blootgesteld aan dezelfde evolutionaire omstandigheden. ‘Maar dat is allemaal nog heel speculatief’, zegt Van Oystaeyen in een persverklaring. Om hier met zekerheid uitspraken over te kunnen doen, is nog verder onderzoek nodig. De resultaten van het onderzoek verschijnen deze week in het vakblad Science.
Lees ook: