Zeevissen zijn onderhevig aan Darwiniaanse evolutie. Deze ontdekking kan gevolgen hebben voor hoe de visserij omgaat met haar bronnen.Biologen van onder meer de Katholieke Universiteit Leuven hebben aangetoond dat de Darwiniaanse selectie ook opgaat voor zeevissen. Lang dacht men dat de grote open zee zoveel mogelijkheden voor migratie biedt, dat lokale aanpassing door zeevissen niet nodig was. De zeebewoners passen zich echter wel degelijk aan lokale omstandigheden aan, beschrijft Maarten Larmuseau met zijn collega’s in het vakblad Molecular Ecology, en daarom zullen ze niet zo snel verkassen.

Troebelheid

Voor zijn onderzoek onderzocht Larmuseau 165 dikkopjes. Deze kleine vissoort (Pomatoschistus minutus) zwemt rond langs de Europese kust. Hij ging na of het rhodopsine-gen in deze visjes verschilde per regio, of beter gezegd met de troebelheid van het zeewater in diverse gebieden. Dit gen bepaalt het voorkomen van de lichtgevoelige verbinding rhodopsine in de staafjes in het netvlies van de visjes. Een goed zicht is van groot belang voor vissen, voor bijvoorbeeld het ontwijken van roofdieren, het vergaren van voedsel en het vinden van partners. Hij zag dat sommige dikkopjes goed zijn aangepast aan de hoge troebelheid van de Baltische Zee en de lagunes van de Middellandse Zee. Andere hadden een uitstekend zicht in het meer blauwkleurige water langs de kusten van Spanje en Portugal.

De lichtomstandigheden langs de kusten van de Noordzee kunnen sterk variëren. De dikkopjes daar hadden zich zo aangepast dat ze gevoelig waren voor licht van diverse kleuren. Larmuseau maakt in zijn onderzoek duidelijk dat de verschillende gevoeligheid voor licht geen fysiologische maar een genetische aanpassing is.

Mieren zijn magnifieke navigators
LEES OOK

Mieren zijn magnifieke navigators

Mieren zijn in staat tot verbazingwekkende navigatieprestaties. Misschien kan waardering hiervoor helpen om deze insectensoorten te behouden.

Leeggevist

Als zeevissen zich aanpassen aan het lokale milieu, bijvoorbeeld op basis van lichtomstandigheden maar ook temperatuur of vervuiling, dan volgt daaruit dat ze niet zomaar zullen migreren naar een nieuw leefgebied. Het kost tijd voordat een vissoort zich succesvol heeft aangepast. Voordat weer een nieuwe populatie van een soort zich vestigt in een leeggevist gebied en zich gunstig heeft aangepast, kan daarom veel langer duren dan totnogtoe werd aangenomen. Dat pleit voor een meer duurzame visserij.