Zeepbellen die stuifmeel naar bloemen brengen kunnen een alternatief vormen voor het bestuiven van planten. Met een afnemende bijenpopulatie is de zoektocht hiernaar steeds harder nodig. De zeepbellen bieden een verfijndere methode dan vele andere opties.
Scheikundige Eijiro Miyako van het Japanse Advanced Institute of Science and Technology en zijn collega’s ontwikkelden deze techniek. Het lukte ze zelfs om succesvol een peergaard te bestuiven. ‘Ik sprong een gat in lucht van vreugde’, zegt hij.
Tedere bestuiving
Miyako en zijn team mengden stuifmeelkorrels met een zeepoplossing met voedingsstoffen. Het mengsel laadden ze in een bellenblaasmachine. Met de machine bliezen ze bellen een peergaard in, waarbij ongeveer twee op de tien bellen een bloem raakte. Later berekenden ze hoe succesvol deze methode was door te tellen hoeveel van de bloemen vruchten droegen.
‘Bij mannen ruikt het meer naar kaas, bij vrouwen naar ui’: verrassende verhalen over microben
Ze zitten op je neus, op je bord, in je darmen, onder je voeten. Te klein om met het blote oog te zien, met oneindig veel en ...
Het bestuiven van de bloemen met de zeepbellen was even succesvol als bestuiven met de hand. In beide gevallen droeg 95 procent van de bloemen vruchten.
Zeepbellen gebruiken is veel minder arbeidsintensief dan handmatig iedere individuele bloem bestuiven, zegt Miyako. Bovendien zijn zeepbellen veel tederder waardoor het minder waarschijnlijk is dat ze gevoelige bloemen beschadigen, zegt hij.
Slaagkans
Miyako zegt dat hij met idee kwam toen hij met zijn zoontje in het park speelde met zeepbellen. ‘Een zeepbel raakte per ongeluk mijn zoontje in het gezicht’, zegt hij. Daar knapte de bel zonder schade aan te richten.
De onderzoekers testten hun zeepbellenbestuivingsmethode ook op andere planten op een kleine schaal in het lab. Daar probeerden ze lelies, azalea’s en campanula (klokjes) te bestuiven. Met de bellenblaasmachine schoten ze op elke bloem één bel af. De slaagkans bij deze planten bleek respectievelijk ongeveer 93, 83 en 73 procent, zegt Miyako. De verschillen hiertussen kunnen komen door een verschil in de grootte van de bloemen, zegt hij.
Er is veel te winnen met nieuwe methoden om bloemen te bevruchten. Ongeveer 90 procent van de bedektzadigen (planten met bloemen die zich voortplanten door middel van zaden in hun vruchten) is afhankelijk van insecten, zoals bijen, voor hun bestuiving. Maar de aantallen van deze insecten zijn aan het dalen door klimaatverandering en gebruik van pesticiden. ‘Dit is een wereldwijde crisis’, zegt Miyako.
Onvoorspelbare beweging
Volgens Miyako is de volgende stap het verbeteren van het richten van de zeepbellen. Dat kan bijvoorbeeld met robots die door een boomgaard of gebied met gewassen bewegen en de bellen preciezer op bloemen mikken.
Vloeistofmechanicus James Bird van de Universiteit van Boston in de Verenigde Staten zegt dat bestuiving met zeepbellen een goede manier kan zijn om bloemen bloot te stellen aan grote hoeveelheid stuifmeel. Wel kan het lastig zijn om de bellen goed te controleren.
‘Zoals de meeste kinderen weten, zijn de bewegingen van bellen onvoorspelbaar. Zelfs het kleinste briesje kan ze van richting veranderen. Deze methode kan dus beperkt zijn tot boomgaarden met veel bereikbare bloemen’, zegt Bird.