Het is een bekend beeld: een zeeotter, drijvend op zijn rug, die probeert een schelp open te krijgen door er driftig mee op een steen te slaan. Dit gebruik van gereedschap blijkt de overlevingskansen van zeeotters te vergroten. Het beschermt hun gebit en vergroot hun menu.

Zeeotters behoren tot de weinige waterdieren die gebruikmaken van gereedschap om aan hun maaltijden te komen. Toch grijpen ze er niet altijd naar. Ze zetten hun tanden het liefst in zachte prooien, zoals zee-egels, waar ze geen gereedschap voor nodig hebben. Maar als die zachte hapjes niet beschikbaar zijn, dan snacken ze schelp- of schaaldieren.

Voor veel zeeotters staan krabben, mosselen, andere schelpdieren en zeeslakjes de laatste tijd steeds vaker op het menu. De geliefde zachte prooien verdwijnen namelijk uit hun leefgebieden en de concurrentie ervoor is groot.

Mieren zijn magnifieke navigators
LEES OOK

Mieren zijn magnifieke navigators

Mieren zijn in staat tot verbazingwekkende navigatieprestaties. Misschien kan waardering hiervoor helpen om deze insectensoorten te behouden.

Dit betekent dat zeeotters het vaker voor elkaar moeten krijgen om een stevige schaal of schelp open te kraken. Sommige dieren gebruiken daarvoor gereedschap in de vorm van een steen, een stevige schelp of een stuk gevonden afval. Als ze die niet bij de hand hebben, slaan ze hun gepantserde prooi tegen een rots of de zijkant van een schip. Dit gebruik van gereedschap blijkt een belangrijke overlevingsstrategie, toont nieuw onderzoek dat verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift Science.

Belangrijk gereedschap

Amerikaanse onderzoekers volgden 196 zeeotters bij de kust van Californië die uitgerust waren met een radiozendertje. Ze keken wat en hoeveel de dieren aten, of ze gereedschap gebruikten en hoe hun tanden eraan toe waren.

Uit het onderzoek bleek dat de vrouwtjesotters vaker gereedschap gebruikten dan de mannetjes. Ook bleek dat de zeeotters die gereedschap gebruiken, grotere en stevigere schaal- en schelpdieren open kregen dan de dieren die alleen hun kaakkracht inzetten. Vrouwtjes met gereedschap aten prooidieren die gemiddeld tot 35 procent groter waren dan de prooien van de mannetjes en vrouwtjes zonder gereedschap.

Dat het vooral vrouwtjes zijn die gereedschap gebruiken, komt waarschijnlijk doordat ze kleiner zijn en minder hard kunnen bijten dan de mannetjes, stelt bioloog Chris Law van de Universiteit van Californië – Santa Cruz, die het onderzoek leidde. De vrouwtjesotters hebben het gereedschap nodig om toch aan hun caloriebehoefte te voldoen. Law: ‘Het grootbrengen van pups kost veel energie en de vrouwtjes moeten efficiënt zijn in het zoeken naar eten.’

Gebit

Sommige zeeotters bijten de schaal of schelp kapot. Dat pakt niet altijd goed uit voor hun gebit. En een slecht gebit verkleint de kans op overleven. Als de tanden kapot of versleten zijn, dan krijgen de dieren namelijk helemaal geen eten meer binnen. Uit het onderzoek bleek dan ook dat de tanden van vrouwtjes die vrijwel altijd gereedschap gebruikten minder beschadigd waren dan die van zeeotters die slechts af en toe gereedschap inzetten.

Opvallend is dat zeeotters die helemaal geen gereedschap gebruikten minder schade aan hun gebit hadden dan dieren die af en toe met gereedschap werkten. Dat komt waarschijnlijk doordat de gereedschaploze groep vooral zachte prooien, zonder schelp of schaal, eet. Het gereedschapsgebruik wordt dus pas een overlevingsstrategie zodra de zeeotters genoodzaakt zijn veel schaal- en schelpdieren te eten.

‘De bevinding dat afhankelijkheid van het gebruik van gereedschap gevolgen heeft voor de gezondheid van het gebit, opent interessante perspectieven voor toekomstig onderzoek’, schrijft Barbara Klump van de Universiteit van Wenen in een begeleidend artikel. Als voorbeeld noemt Klump dat onderzocht kan worden of de pups van moeders die gereedschap gebruiken dit ook gaan doen en daardoor een dieet kiezen met meer schaal- en schelpdieren.