Maar liefst 2000 nijlpaarden zouden de komende vijf jaar gedood kunnen worden in Zambia. De overheid heeft een ruimingsprogramma, dat halverwege juni werd opgeschort, nieuw leven ingeblazen.
Organisaties voor het welzijn van dieren menen dat er geen harde wetenschappelijk onderbouwing is voor het ruimen, dat mogelijk uitgevoerd zal worden door betalende trofeejagers.
De overheid heeft meerdere redenen aangevoerd in een poging het plan voor het South Luangwa National Park te rechtvaardigen. Zo zou een uitbraak van antrax, dat verspreid kan worden door nijlpaarden, ermee worden ingedamd. Ook zou een overpopulatie van nijlpaarden ermee kunnen worden tegengegaan. En ten slotte zou het waterpeil te laag zijn om zowel de nijlpaarden als andere dieren in leven te houden.
‘Een overheidsbank voorkomt problemen bij een bankencrisis’
Al ons betalingsverkeer verloopt via commerciële banken. Dat kan tot grote problemen leiden, zegt rechtswetenschapper Bart Joosen.
Ongegrond
Er is momenteel echter geen sprake van een antraxuitbraak, en de waterniveaus zijn in de afgelopen vijf jaar nog nooit zo hoog geweest, zegt Will Travers, hoofd van conservatie en dierenrechten organisatie Born Free Foundation. ‘Wetenschappelijk gezien hebben ze geen poot om op te staan.’
Na protesten van dierenrechtenactivisten schortte de overheid de plannen voor de massale slachting op 14 juni op. Maar volgens de Born Free Foundation kwamen de hoge ambtenaren op 22 juni in Lusaka samen om aan te raden de slachting toch door te laten gaan.
‘Er wordt een meedogenloze poging gedaan het voorstel door te drukken’, zegt Travers. ‘Maar ik begrijp niet hoe ze dit kunnen rechtvaardigen.’ Travers schreef Edgar Lungu, de president van Zambia, met het verzoek de slachting af te blazen en een openbare verklaring van de gedachte achter het doden van de dieren.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: