Door witte ruis op tegemoetkomende vogels af te sturen, kunnen we botsingen tegen gebouwen of windturbines voorkomen.
Vogels vliegen met hun kop naar beneden zodat ze aerodynamischer zijn, zegt bioloog John Swaddle van de Universiteit van William & Mary in Virginia. Aan visuele waarschuwingen die op hun pad zijn geplaatst, hebben de vogels dus niet zo veel. Jaarlijks sterven er miljarden vogels door botsingen met door de mens gemaakt bouwsels. Vooral vogels die grote afstanden overbruggen zijn vaak de pineut.
Toeteren
‘Vogels vliegen een beetje zoals mensen autorijden als ze op hun telefoon kijken: onoplettend’, aldus Swaddle. Hij en zijn team gebruikten witte ruis van ongeveer 70 decibel – ongeveer net zo hard als het geluid van een stofzuiger – om de aandacht van de vogels te trekken als ze in de buurt van hoge torens komen. ‘Het is alsof iemand naar ze toetert, waardoor ze zich meer bewust worden van hun omgeving’, zegt hij. De geluiden kunnen de vogels waarschuwen en ongelukken voorkomen.
Mieren zijn magnifieke navigators
Mieren zijn in staat tot verbazingwekkende navigatieprestaties. Misschien kan waardering hiervoor helpen om deze insectensoorten te behouden.
Om dit idee te testen plaatste het team speakers rondom twee communicatietorens langs het schiereiland Delmarva in Virginia. Tijdens de Noord-Amerikaanse herfsttrek trekken miljoenen vogels dit gebied over, op weg naar het zuiden. De speakers waren zo geplaatst dat alleen de tegemoetkomende vogels vanuit het noorden het geluid zouden moeten horen. Camera legden vervolgens de vliegroutes van de vogels vast binnen een straal van vijfhonderd meter.
Het team zond twee geluiden uit binnen het frequentiebereik dat de meeste vogels kunnen horen. De geluiden waren voor dertig minuten achtereenvolgens te horen, gevolgd door dertig minuten stilte, gedurende drie uur in totaal. Het ene geluid had een frequentie tussen de vier en zes kilohertz, de andere tussen de zes en acht kilohertz. De geluiden waren te horen op zes dagen tussen september en november 2019.
Minder actief
Vergeleken met de periodes van stilte, waren de vogels zo’n 16 procent minder actief rondom de torens als het geluid van vier tot zes kilohertz te horen was. Voor het geluid van zes tot acht kilohertz was de activiteit 12 procent minder.
Als vogels binnen honderd meter van de toren vlogen, riskeerden ze een botsing. De lagere tonen zorgden ervoor dat ze wat meer afremden en hun vliegroutes op grotere afstand van de toren voortzetten. Swaddle stelt dat dit misschien komt doordat vogels de frequenties tussen vier en zes kilohertz duidelijker horen.
Swaddle zegt dat het er dus op lijkt dat bepaalde geluidsfrequenties er beter in slagen om vogels bewust te maken van structuren als communicatietorens en windturbines. ‘De technologie om dit te doen bestaat al, dus implementatie zou niet te moeilijk moeten zijn’, zegt hij.