- Deelname aan de Nationale Wetenschapsquiz (Senior en Junior) kon tot maandag 17 december 2007, 12.00 uur.
De 20 vragen
Vraag 1: Hoe behoud je het best voor enkele uren de bubbeltjes in een halflege fles champagne?
A.
Als je de fles zonder kurk bewaart met een zilveren voorwerp erin.
B.
Als je de fles afgesloten op kamertemperatuur bewaart.
C.
Als je de fles zonder kurk in de ijskast bewaart.
Vraag 2: Hoe drinken giraffen zonder dat water hun neus uit loopt?
A.
Ze nemen een slok water en komen omhoog om het water in hun slokdarm te laten lopen.
B.
Ze drinken net als dieren met kortere nekken, zoals paarden en zebra's.
C.
Ze sluiten hun neusgaten.
Vraag 3: Twee personen slapen in een tent. Ze beschikken over twee slaapzakken. Resulteert het aan elkaar ritsen van de slaapzakken in meer of minder ruimte per persoon?
A.
Maakt geen verschil.
B.
In afzonderlijke slaapzakken heeft ieder de meeste ruimte.
C.
In een grote gezamenlijke slaapzak heeft ieder twee keer zoveel plek.
Vraag 4: Het monogame huwelijk gebaseerd op liefde en vrije wil van de partners kreeg in Europa zijn juridische vorm tijdens de Middeleeuwen. Op welk recht steunt het normenstelsel dat doorslaggevend was voor deze innovatie?
A.
Het Romeinse recht.
B.
Het Germaanse recht.
C.
Het kerkelijk recht.
Vraag 5: Het Panorama Mesdag is een cilindervormig schilderij dat enkele meters van de toeschouwers is verwijderd. Aan de horizon zie je heel kleine scheepjes. Zie je die beter met een verrekijker?
A.
Nee, met een verrekijker kun je niet scherp zien op die kleine afstand.
B.
Nee, je zult alleen de structuur van het schilderij beter zien.
C.
Ja, je zult die scheepjes nu veel duidelijker zien.
Vraag 6: Verbrand je tijdens het skiën vanaf de Zugspitze op een zonnige winterdag sneller dan aan het strand bij Zandvoort op een zonnige zomerdag?
A.
Ja, sneeuw reflecteert de UV-stralen extra, waardoor de straling sterker is dan op het strand.
B.
Nee, de zonkracht aan de kust is veel sterker dan in de bergen.
C.
Nee, alleen de lichaamsdelen die verbranden verschillen.
Vraag 7: We nemen een kop koffie, gieten er een scheut Tia Maria in en doen er dan nog een scheutje koffieroom in. Wat gebeurt er?
A.
De koffieroom zakt meteen in het midden naar beneden.
B.
De koffie room schift onmiddellijk.
C.
De room begint spontaan te pulseren.
Vraag 8: Je zet een brandende kaars in een glazen jampotje op de rand van een draaischijf. Naar welke kant gaat de vlam, als de schijf stationair draait?
A.
Naar achteren.
B.
Naar buiten.
C.
Naar binnen.
Vraag 9: Welke klank hoor je als je naar een opname luistert van iemand die 'pa-pa' zegt, en tegelijk een filmpje ziet van iemand die met zijn lippen een 'ka-ka'-beweging maakt?
A.
pa-pa
B.
ta-ta
C.
la-la
Vraag 10: Kunnen mensen elektromagnetische golven van mobiele telefoonmasten voelen?
A.
Ja, dat kan iedereen.
B.
Sommige mensen kunnen dat wel.
C.
Nee, dat kan niemand.
Vraag 11: Je hebt twee identieke blikjes cola. Eén schud je, de ander niet. Ze rollen daarna tegelijk een helling af. Welk blikje is eerder beneden?
A.
Het geschudde blikje.
B.
Het ongeschudde blikje.
C.
Beiden tegelijk.
Vraag 12: Als je een lamp tegen je duim houdt, zie je door het weefsel een rood schijnsel. Hoe komt dat?
A.
Door de zuurstof in het bloed.
B.
Door de samenstelling van het licht.
C.
Door lichtverstrooiïng in het weefsel.
Vraag 13: Waarom is slechts een klein gedeelte van de middeleeuwse Arabische wetenschap in middeleeuws Europa bekend geworden?
A.
Het Christelijke Europa had geen belangstelling voor bijvoorbeeld het berekenen van Islamitische gebedstijden en de richting van Mekka.
B.
De kruisvaarders waren onvoldoende getraind om iets van wetenschap te begrijpen.
C.
De Europese vertaalcentra waren ver verwijderd van de Arabische wetenschapscentra.
Vraag 14: Had de Franse Revolutie positieve invloed op de Franse kookkunst?
A.
Nee, de Franse Revolutie moest niets hebben van kookkunst.
B.
Nauwelijks, er bestond toen nog geen kookkunst in Frankrijk.
C.
Ja, de kookkunst kreeg een impuls door de Revolutie.
Vraag 15: Waarom worden de poten van een kerstkalkoen of ander gevogelte tijdens het braden vaak bedropen met vet?
A.
Om een lekker korstje te krijgen.
B.
Om het vlees af te koelen.
C.
Om het vlees overal heet te houden.
Vraag 16: Je gooit een aantal keren met een dobbelsteen. Welk van de volgende drie uitkomsten maakt de grootste kans?
A.
Dat je in 6 worpen minstens eenmaal een zes gooit.
B.
Dat je in 12 worpen minstens tweemaal een zes gooit.
C.
Dat je in 18 worpen minstens driemaal een zes gooit.
Vraag 17: Er ligt een groene, halfrijpe banaan op een schaal. Na een aantal dagen is deze rijp en geel geworden. Wanneer bevat de banaan de meeste calorieën?
A.
In halfrijpe, groene toestand.
B.
In volrijpe, gele toestand.
C.
Geel en groen bevatten evenveel calorieën.
Vraag 18: Gebruikt een vliegtuig dat tegen de klok invliegt in de regel meer of minder energie dan hetzelfde vliegtuig op de retourvlucht van dit traject?
A.
Meer.
B.
Minder.
C.
Dat hangt af van de vlieghoogte.
Vraag 19: Wat is de zuinigste manier om je bad te laten vollopen met water van 38 graden Celsius?
A.
Eerst het koude water erin.
B.
Eerst het warme water erin.
C.
Meteen de mengkraan goed afstellen.
Vraag 20: Wanneer loopt een bad water het snelst leeg?
A.
Als er iemand in zit.
B.
Als er niemand in zit.
C.
Met of zonder iemand erin, het bad loopt altijd even snel leeg.
Winkelwagen
Sluiten
nog geen producten aanwezig
Subtotaal | € 0,00 |
Totaal | € 0,00 |