Birmanen en Burmese katten leven meestal langer dan 14 jaar, terwijl sphynxen gemiddeld minder dan de helft zo lang leven. Dit blijkt uit een onderzoek naar huiskatten in het Verenigd Koninkrijk.

De langstlevende kattenrassen, waaronder de Birmaan en de Burmees, leven meer dan twee keer zo lang als het ras dat het kortste leven is beschoren. Dat blijkt uit een onderzoek onder duizenden huiskatten in het Verenigd Koninkrijk. De onderzoekers publiceerden hun vondst in de Journal of Feline Medicine and Surgery.

Lang leven de vrouwen

‘Er is heel weinig onderzoek gedaan naar de levensverwachting van katten’, zegt bioloog en dierenarts Dan O’Neill van het Royal Veterinary College in het Verenigd Koninkrijk. ‘Ze zijn een beetje onzichtbaar voor de wetenschap, vooral vergeleken met honden.’

Hoe kom je aan je microbioom?
LEES OOK

Hoe kom je aan je microbioom?

Het verhaal gaat dat ons darmmicrobioom al bij de geboorte wordt bepaald. Nu wordt duidelijk dat factoren later minstens zo belangrijk zijn.

Om meer te weten te komen over de levensduur van katten, analyseerden O’Neill en zijn collega’s gegevens over 7936 katten die tussen 2019 en 2021 stierven. De gegevens zijn afkomstig van dierenartsen in het Verenigd Koninkrijk.

Gemiddeld genomen hadden katten een levensverwachting van iets meer dan 11,7 jaar. Vrouwelijke katten overleefden hun mannelijke soortgenoten, met een verwachte levensduur van 12,5 jaar tegen 11,2 jaar. Gekruiste katten bleken vaak langer te leven dan raskatten. De twee groepen hadden een verwachte levensduur van respectievelijk 11,9 en 10,4 jaar.

(Niet zo) oude sphynx

Van twaalf rassen waren gegevens bekend van vijftien of meer sterfgevallen – genoeg om hun levensverwachting te schatten. Bovenaan de lijst met levensverwachtingen staan de Birmaan en de Burmees, beide met een levensverwachting van 14,4 jaar. Onderaan staan Bengaalse katten en sphynxen, met een levensverwachting van respectievelijk 8,5 en 6,7 jaar.

Handige tabel

In tegenstelling tot honden lijkt de levensduur van katten niet in verband te staan met eigenschappen zoals hun lichaamsgrootte. ‘Katten zijn saai – de variatie tussen katten zit meestal alleen in de lengte of kleur van hun haar’, zegt O’Neill. ‘Dat is anders bij honden, waar sommige rassen verdraaide ruggengraten of een korte snuit hebben.’

Het team maakte ook tabellen die de gemiddelde resterende levensduur van katten op verschillende leeftijden voorspellen. Katteneigenaren kunnen deze tabellen als hulp gebruiken om te beslissen hoe ze hun zieke huisdieren moeten behandelen. ‘Als je kat 11 of 12 jaar oud is en naar verwachting nog maar een jaar te leven heeft, dan is het waarschijnlijk niet de moeite waard om bijvoorbeeld een operatie uit te voeren’, zegt O’Neill.