Wereldwijd kunnen mensen meedoen aan een onderzoek naar de voorkeuren voor websites. Culturen verschillen, en daarmee ook of mensen een website wel of niet aantrekkelijk vinden.
Het onderzoek naar webvoorkeuren is opgezet door Katharina Reinecke en Krzystof Gajos, van de Harvard School of Engineering en Applied Sciences. Mensen kunnen op Lab in the Wild een drietal testen uitvoeren. Volgens Reinecke is het World Wide Web helemaal niet zo homogeen als sommigen denken. Duitse websites zijn vaak strak en eenvoudig, Zuid-Koreaanse websites ogen daarentegen erg bont. Amerikaanse sites hebben vaak een duidelijke focus, terwijl Japanse websites zeer veel informatie tonen.
AI-assistent kan 113-hulpverlening ondersteunen
Dataspecialist Salim Salmi maakte een AI-tool die 113-hulpverleners ondersteunt.
Deelnemers krijgen bij twee testen achtereenvolgens twee reeksen snel opeenvolgende afbeeldingen van websites voorgeschoteld. Daarna moeten ze die een score geven. Na afloop van de test verneemt de deelnemer hoe hun score verschilt van anderen met dezelfde culturele achtergrond. Bij de derde test bestuderen de onderzoekers of sommige mensen contextuele informatie beter negeren dan anderen, en het resultaat toont de nauwkeurigheid vergeleken met Japanse en Amerikaanse deelnemers. De onderzoekers hebben natuurlijk informatie over de deelnemers nodig, zoals geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en nationaliteit. Winnaars zijn er nooit, over smaak valt immers niet te twisten.
Reinecke en Gajos willen niet alleen inzicht krijgen in hoe cultuur en andere factoren de voorkeuren voor bepaalde websites bepalen, maar ook hoe die gegevens kunnen worden gebruikt om betere, meer intuïtieve gebruikersinterfaces te maken. Volgens Gajos moeten computers, of beter gezegd websites, worden aangepast aan de behoeften en voorkeuren van mensen, in plaats van andersom.
Erick Vermeulen
