Onze hersenen zijn fantastisch. Maar iedereen herkent plotselinge vergeetachtigheid, angst voor dingen die niet eng zijn en onlogische gedachten. In zijn boek Een steekje los gaat de Engelse neurowetenschapper en comedian Dean Burnett kritisch in op ons brein.
U vergelijkt het brein met onze geliefden. Waarom is dat?
‘In het begin zie je alleen de mooie kanten van degene op wie je verliefd bent, maar leef je langer samen, dan vallen ook de minder rooskleurige trekjes op. Met het brein is het net zo. Daarom schreef ik Een steekje los.’
Waar laat het brein steekjes vallen?
‘Met angst bijvoorbeeld. Veel mensen hebben wel een angst waarvan ze weten dat die onlogisch is, zoals die voor spinnen. Hoewel de achtpotigen hen niets hebben gedaan, worden ze iedere keer dat ze er een zien opnieuw bang. Het hersensysteem stamt uit de oertijd, toen mensen geen tijd hadden om rustig na te denken of die leeuw voor je vriendelijk was. En het werkt sneller dan onze jongere hersendelen, waarmee we redeneren.’
‘Er komt een moment dat we een grieppandemie niet kunnen voorkomen’
Ron Fouchier staat aan de frontlinie in de strijd tegen de griep. Met nieuwe vaccins wil hij ons beschermen tegen toekomstige pandemieën.
Kun je verslaafd raken aan angst?
‘Als je iets doet wat een plezierig gevoel geeft, zoals vrijen, leer je dat je iets goeds hebt gedaan. Hetzelfde geldt als je iets gevaarlijks overleeft. Je wordt dan eigenlijk beloond voor het feit dat je niet gestorven bent. Door de adrenalinerush die daarmee gepaard gaat, voel je je levendiger dan anders en dat kan voor sommige mensen verslavend werken, waardoor ze dat gevoel telkens weer opzoeken.’
Hoe kan die adrenalinerush je bang maken en het andere moment een kick geven?
‘Dat heeft te maken met controle. Kijk je naar een enge film, dan kun je zelf bepalen of je wegloopt. Als er iets buiten je macht gebeurt, zoals een auto-ongeluk, dan zit de dood je op de hielen zonder dat je er iets tegen kunt doen. Je weet dat je dit door puur toeval hebt overleefd dus die levendige herinneringen koppel je dan niet aan overwinning. Soms is ons brein te optimistisch wat betreft zelfcontrole en wordt het overleven van een gevaarlijke stunt niet als geluk beschouwd. Dit risicogedrag zie je bij sensatiezoekers. Ze hebben een afwijkend beloningssysteem, waardoor ze een grotere spanningsbehoefte hebben en zich eerder vervelen.’
Tip tegen die angst?
Lachend: ‘Lees het boek. Maar serieus. Je kunt je gedachten weliswaar niet volledig stoppen, maar als je snapt waarom je zo denkt en welk mechanisme daaraan ten grondslag ligt, geeft je dat wel een gevoel van controle.’
In uw boek bespreekt u ook apofenie. Wat betekent dat?
‘Het zien van patronen of verbanden in betekenisloze chaos, zoals een gezicht in een verbrand stuk toast. Of als je die basketbalwedstrijd wint met je onderbroek binnenstebuiten, dan breng je die twee dingen met elkaar in verband en draag je je onderbroek voortaan elke wedstrijd zo. Ook al weet je dat het volstrekte onzin is. We doen dat allemaal.
‘Het is een sluiproute van het brein om je aandacht in de weelde aan informatie op het belangrijkste te richten en zo controle te houden over je omgeving. We zijn bang voor willekeur, omdat het onvoorspelbaar is. Daarom zijn complottheorieën zo populair: mensen hebben liever een dronken piloot in de cockpit dan helemaal geen.’
Mensen hebben u ook wel eens beschuldigd van samenzwering. Welke vond u het meest bizar?
‘Dat ik deel zou uitmaken van zowel een pro- als antitransgendersamenzwering. Dit was naar aanleiding van mijn artikel over de vijandige reacties die transgenders vaak in de media krijgen. Ik vond het wonderbaarlijk om van twee tegengestelde dingen beticht te worden op basis van hetzelfde stuk.’
Waar komt uw passie voor het brein vandaan?
‘Mijn ouders hadden een pub, dus ik groeide op in een omgeving waar altijd mensen over de vloer kwamen. En mijn familieleden waren extravert, terwijl ik juist een stil, verlegen en leergierig kind was. Ik voelde me daarom altijd een beetje anders. Maar hoe kan dat als je genen en omgeving deelt? Rond mijn dertiende begon ik antwoorden te zoeken in literatuur over hersenen. Ik vond ze niet, maar raakte wel gefascineerd door het brein.’
U bent ook stand-upcomedian. Iets totaal anders.
‘Men denkt dat het gescheiden is, maar er zijn ook overeenkomsten. Voor humor moet je bijvoorbeeld verbanden kunnen leggen. En wanneer je mensen aan het lachen krijgt en dus een goed gevoel bezorgt, heb je hersenkracht. Veel comedians zijn amateurpsycholoog zonder zich er bewust van te zijn.’
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: