Eén op de vijf kinderen is te zwaar. Psycholoog Marlijn Huitink onderzocht hun koopgedrag in supermarkten. ‘Ongezond eten is steeds goedkoper geworden en gezond eten steeds duurder.’
Het beeld is bekend: scholieren die in de pauze de supermarkt belegeren om iets lekkers te kopen. En dat is vaak geen appel, maar een chocoladereep, zak chips of een zoet drankje. Tegelijkertijd is er een fiks probleem met jeugdobesitas: maar liefst één op de vijf Amsterdamse kinderen is te zwaar. Psycholoog Marlijn Huitink dook voor haar promotieonderzoek aan Vrije Universiteit Amsterdam zeven jaar lang de supermarkt in voor een analyse van het aankoopgedrag van jongeren. Haar conclusie: het moet radicaal anders in de supermarkt.
We worden steeds dikker. De helft van de Nederlanders heeft overgewicht, 14 procent van die groep heeft zelfs obesitas. Ongeveer 80 procent van wat we iedere dag eten en drinken, halen we uit de supermarkt en het overgrote deel daarvan staat niet in de schijf van vijf: het zit vol met suiker, zout en vet. En de marketeers verstaan hun vak: chips en cola zijn niet alleen vaak in de aanbieding, ze staan ook op ooghoogte, bij de kassa en op kopstellingen – de zogeheten high traffic areas – zodat je ze niet kunt missen. Bij online winkelen krijg je bij het betaalscherm nog snel wat aanbiedingen te zien. Daar zit zelden een stuk fruit tussen.
'Als maaltijdbezorger heb je je te voegen naar de algoritmes'
Arbeidsrechtspecialiste Jana Retkowsky onderzocht het werk van maaltijdbezorgers. 'Door het algoritme worden ze als robots.'
Mensen met een smalle beurs eten vaker ongezond. Waarom is dat? Vroeger was er ook armoede, maar waren de mensen dunner.
Huitink: ‘Naast opvoeding en cultuur is een belangrijke oorzaak natuurlijk geld. Ongezond eten is in de loop der tijd relatief goedkoper geworden en gezond eten duurder. Als je met weinig geld een gezin moet onderhouden, kies je sneller voor een zak diepvriesfriet en frikandellen als diner dan voor aardappelen, broccoli en kipfilet. Omdat het goedkoper is. Daarnaast hebben mensen aan de onderkant van de maatschappij vaak genoeg andere zaken aan hun hoofd dan te bedenken hoe ze een gezonde maaltijd op tafel kunnen toveren.’
U heeft zowel vmbo-scholieren als gymnasiasten gevolgd voor uw onderzoek. Zijn er verschillen tussen die twee?
‘Vmbo’ers gaan veel vaker naar de supermarkt voor een snack. In eetgedrag verschillen ze niet zoveel, ze gaan allebei voor de chips en de Red Bull. Vmbo’ers stonden wel meer open voor een workshop over gezond eten. De gymnasiasten zeiden vaak: ‘Dûh, we weten zelf wel wat gezond eten is’.’
U heeft ook een studie gemaakt van de zogenoemde kassakoopjes.
‘In de supermarkt worden bij de kassa vaak impulsaankopen gedaan, daar liggen meestal ongezonde producten. Ik heb gekeken of we die plek wat gezonder konden maken. Als we gezonde producten bij de kassa legden of daar korting op gaven, werden die wel meer verkocht, maar er werd niet minder ongezond gekocht.
Het enige wat echt werkte, was het compleet weghalen van de ongezonde producten bij de kassa, maar dat leidde niet tot meer aankopen van gezonde producten. Wel tot een forse omzetdaling van de kassakoopjes. Supermarkten verdienen daar veel mee, ook omdat bedrijven supermarkten betalen voor het plaatsen van hun producten bij de kassa. Een van de supermarktmanagers in mijn onderzoek probeerde het verlies te compenseren en legde toen ‘stiekem’ pepernoten bij de kassa neer.’
Uw experimenten met kassakoopjes en voorlichting hebben een beperkt effect gehad op het aankoopgedrag van de jongeren. Dat gaat er niet toe leiden dat Amsterdam over tien jaar geen dikke kinderen meer heeft, zoals de gemeente zich ten doel heeft gesteld. Wat moet er wel gebeuren?
‘Als we echt een slag willen slaan, dan moeten supermarkten hun verantwoordelijkheid nemen en de ongezonde producten uit het assortiment schrappen, net als straks met de sigaretten gaat gebeuren. Verbied reclame voor snacks en zet ze niet meer in de aanbieding. Maak gezonde producten goedkoper en ongezonde duurder.
Een belasting op suikerhoudende producten is op zich een goed idee, dat kan ertoe leiden dat fabrikanten dan minder suiker in hun producten stoppen. Wel moeten we goed in de gaten houden of de smaakvervangers in het product vervolgens wel gezond zijn. En hoe staat het met de prijselasticiteit: gaan mensen ook daadwerkelijk minder Red Bull kopen als die blikjes een paar dubbeltjes duurder worden?
Maar goed, laten we beginnen de verhouding tussen ongezond en gezond voedsel in de supermarkt terug te brengen van 80-20 naar 50-50.’
Albert Heijn was een van uw opdrachtgevers, daar heeft u uw onderzoek ook kunnen doen. Hebben ze al iets gedaan met uw conclusies?
‘Nee.’
Wordt het niet tijd dat ze u daar in dienst nemen om orde op zaken te stellen?
‘Ik sta ervoor open. Mijn handen jeuken.’
MEEST GEKOCHT: ENERGIEDRANKJES EN CHIPS
Op de door Huitink onderzochte scholen gaat 80 procent van de vmbo’ers naar de supermarkt voor voedsel, bij de gymnasiasten is dat een derde.
Van de scholieren krijgt 70 procent eten mee van huis, de meesten eten dat – naar eigen zeggen – ook op. Van de scholierenaankopen is 98 procent ongezond. Meest gekocht: chips en energiedrank.
80 procent van het aanbod aan voeding in de supermarkt is niet gezond en bevat vaak veel suiker, zout of vet.