We kunnen onmogelijk weten of andermans perceptie van de wereld verschilt van de onze. Maar onderzoek laat nu zien dat kleur wel degelijk een gedeeld verschijnsel is.

Ziet iedereen kleur op dezelfde manier? Een nieuw onderzoek naar deze eeuwenoude vraag toont aan dat mensen met een normaal kleurwaarnemingsvermogen op dezelfde subjectieve manier kleur beleven. Dit is het sterkste bewijs voor deze theorie tot dusver.

Het is een ontzettende uitdaging om onze subjectieve ervaringen onder woorden te brengen. Hierdoor is het moeilijk om onze realiteit te vergelijken met die van een ander. Onderzoekers hebben verschillende trucs bedacht om dit toch mogelijk te maken.

'De effecten van de anticonceptiepil verschillen per pil, per persoon en per dag'
LEES OOK

'De effecten van de anticonceptiepil verschillen per pil, per persoon en per dag'

Neurowetenschapper Anne Marieke Doornweerd onderzocht de effecten van de anticonceptiepil op het lijf en de gezondheid.

Een techniek, die bekendstaat als de relationele benadering, is om mensen te vragen na te denken over de relatie tussen verschillende concepten. De meeste mensen beschouwen rood bijvoorbeeld als het tegenovergestelde van groen. ‘Onze beleving van rood wordt bepaald door de relatie met andere belevenissen,’ zegt hersenwetenschapper Masafumi Oizumi van de Universiteit van Tokyo in Japan.

Eerdere studies die de relationele benadering toepasten, vroegen mensen om telkens twee kleuren te beoordelen op gelijkenis. Vervolgens brachten ze de kleurrelaties in kaart en labelden ze de positie van elke kleur. Het vergelijken van deze posities – in de veronderstelling dat iemands rood hetzelfde is als dat van een ander – geeft inzicht in hoe we kleur waarnemen. Maar deze methode kan niet uitsluiten dat rood voor de ene persoon groen is voor de ander, zegt Oizumi.

Kleurenschema’s

Dat hebben Oizumi en zijn collega’s nu geprobeerd te doen. Ze vroegen 683 mensen om de gelijkenis tussen twee kleuren te beoordelen op basis van een achtpuntsschaal. Er werden in totaal 93 verschillende kleuren vergeleken die varieerden in kleurtoon, helderheid en verzadiging. Ongeveer een derde van de deelnemers was kleurenblind, meestal met een rood-groen-afwijking. De onderzoekers vergeleken de ervaringen van de kleurenblinde mensen met die van mensen met een normaal kleurwaarnemingsvermogen.

Het team maakte vervolgens een kaart van de gelijkenisbeoordelingen van elke deelnemer. In deze nieuwe stap labelden ze de kleuren op de kaart niet. Met behulp van een computermodel combineerden de onderzoekers willekeurig de kaarten van verschillende deelnemers. Zo konden ze relationele structuren ontdekken die niet expliciet gekoppeld zijn aan kleur.

Het team ontdekte dat mensen met een normaal kleurwaarnemingsvermogen, op groepsniveau, hetzelfde relatieve kleurenschema hebben. Andere patronen, zoals dat de ene persoon iets rood noemt wat een ander groen noemt, zijn dus onwaarschijnlijk, zegt Oizumi. Teamlid en hersenwetenschapper Nao Tsuchiya van de Monash-universiteit in Australië stelt dat er meer onderzoek nodig is om het concept van omgekeerde kleurervaringen definitief te weerleggen. ‘Maar we weten dat we die kant op gaan.’

Kleurenblindheid

Hetzelfde patroon werd waargenomen bij kleurenblinde deelnemers, ondanks dat zij verschillende gradaties van rood-groen-kleurenblindheid hadden. De kleurenschema’s kwamen ook hier in grote lijnen overeen tussen alle deelnemers, hoewel de waarnemingen van rood en groen veel dichter bij elkaar lagen. Dat suggereert – zoals verwacht – dat zij deze kleuren meer op elkaar vinden lijken dan mensen met een normale kleurwaarneming.

Het model van het team werkt dus door te matchen op basis van de gelijkenisschema’s, en niet door vooraf bepaalde labels op elkaar af te stemmen. Daarom zijn de conclusies veel robuuster, zegt cognitiewetenschapper David Bimler, een onafhankelijk onderzoeker die voorheen verbonden was aan de Massey-universiteit in Nieuw-Zeeland. ‘Het is een resultaat dat op een eerlijke manier is behaald’, zegt hij.