Onderzoekers hebben samen met vrijwilligers wereldwijd meer dan 36.000 theezakjes begraven. Dat deden ze om in kaart te brengen hoe plantenmateriaal afbreekt in de bodem. Ecoloog Joost Keuskamp van de Universiteit Utrecht vertelt hoe het project tot stand kwam.

Waarom vroeg u mensen om theezakjes te begraven?

‘We wilden weten hoe snel plantenmateriaal in de bodem afbreekt. Daarom vroegen we mensen twee theezakjes te begraven op tien centimeter diepte: een zakje rooibos en een zakje groene thee. Na drie maanden moesten ze de zakjes opgraven, schoonmaken, drogen en wegen.’

Vanwaar de keuze voor groene thee en rooibos?

Groene thee bestaat uit blaadjes. Die breken snel af. Rooibosthee bestaat uit takjes, dus uit materiaal dat juist moeilijk afbreekt. In die periode van drie maanden vergaan de blaadjes vrij snel. Ze bereiken dan een plateau waarbij de verdere afbraak nog maar heel traag verloopt. Maar voor de takjes geldt dat niet, die zitten nog volop in het afbraakproces. Aan de takjes kunnen we dus zien hoe snel de afbraak gebeurt, en aan de blaadjes zien we hoeveel materiaal er wordt omgezet naar stoffen die langer in de bodem blijven.’

Digitale tweelingen van organen brengen medische wetenschap in stroomversnelling
LEES OOK

Digitale tweelingen van organen brengen medische wetenschap in stroomversnelling

Door een 'digitale kopie' van een orgaan te maken, kunnen artsen deze minutieus bestuderen.

Waarom wilt u weten hoe planten vergaan?

‘Omdat planten tijdens hun leven CO2 vastleggen – een broeikasgas. Als planten doodgaan, dan belandt hun materiaal in de bodem. Daar breekt het af en zo komt een deel van de opgeslagen CO2 weer vrij. Maar er blijft ook CO2 achter in de bodem. Er zit zelfs drie keer zoveel koolstof in bodem dan in de lucht.

Door te weten hoe plantenmateriaal afbreekt op verschillende plekken en bij verschillende klimaatomstandigheden, krijgen we een beter beeld van hoeveel koolstof er voor langere tijd in de bodem blijft. Hieruit kunnen we afleiden wat er gebeurt met de koolstof in de bodem wanneer het klimaat verandert. Dat is relevant voor onze klimaatmodellen.’

De theezakjes zijn op de gekste plekken begraven, van Antarctica tot Ethiopië. Hoe krijg je mensen wereldwijd zo ver om theezakjes te begraven?

‘Ik ben er eerlijk gezegd zelf ook verbaasd over! We hebben een meetmethode bedacht die eenvoudig uit te voeren is, in de hoop dat iemand anders het ook ging doen. Al snel bleek dat het onderzoek aantrekkelijk was voor leraren, om met hun klassen te doen. Maar ook scoutingclubs hadden interesse. Ik kreeg vragen uit de raarste plekken ter wereld. De droom was om een wereldkaart van afbraak te maken en dat is gelukt.’

Nu heeft u de onderzoeksresultaten gedeeld in een wetenschappelijke publicatie. Wat staat daarin?

‘We hebben een paar dingen bevestigd die we al wisten: bijvoorbeeld dat in het tropisch regenwoud de afbraak snel gebeurt, en dat natte gematigde gebieden veel koolstof vasthouden. Verrassend was dat de stabilisatie (de hoeveelheid materiaal die achterblijft, red.) en de afbraaksnelheid los van elkaar kunnen veranderen. Ze staan dus niet altijd met elkaar in verband. De meeste klimaatmodellen gaan daar wel vanuit.’

Is het project nog steeds gaande?

‘Ja, hoewel deze publicatie het einde was van de reis met één type theezakje. We hebben al die tijd mensen gevraagd om thee van Lipton te begraven. Maar dat type zakje is nu niet meer beschikbaar. Lipton is – gelukkig – overgegaan op afbreekbare zakjes. Dat is een nadeel voor ons project, want bij de oude zakjes konden microben en schimmels goed doordringen tot het plantenmateriaal om ze af te breken. Bij het nieuwe zakje is nog niet bekend hoe goed dat gaat. Maar er is een groep die doorgaat met nieuwe zakjes, dus het project gaat verder.’


Het grote internationale team waar Joost Keuskamp deel van uitmaakt, publiceerde onlangs over het theezakjesproject in het wetenschappelijk blad Ecology Letters. Zelf theezakjes begraven? Ga naar teabagindex.org.