Je kunt je waarschijnlijk niet veel herinneren van het leven als tweejarige. Toch blijven resten van de herinneringen van onze vroegste jaren vermoedelijk wel achter in ons brein. Door de juiste trekker over te halen, kunnen we ze mogelijk weer activeren. Dat blijkt uit onderzoek bij ratten.
De meeste mensen kunnen de eerste twee á drie jaar van hun leven niet meer herinneren, stelt Alessio Travaglia van de New York University. ‘Sommige mensen zullen misschien zeggen dat ze dingen uit die periode nog wel weten, maar dat soort herinneren zijn vaak niet zo nauwkeurig, of juist gebaseerd op verhalen die ze gehoord hebben van anderen.’
Toch weten we nog wel andere dingen die we in die periode hebben geleerd. Het is een cruciale periode in onze ontwikkeling – we leren hoe we moeten bewegen en communiceren, bijvoorbeeld, of wat we leuk of stom vinden. Dus waarom blijven onze vroege autobiografische herinneringen dan niet ook gewoon bewaard?
Ieder mens een persoonlijk dieet
Gezondheidseconoom Milanne Galekop onderzocht gepersonaliseerde diëten. Zijn die echt de moeite en de kosten waard?
Neuronen
Sommige onderzoekers menen dat de grote groeispurt van neuronen tijdens onze vroege jeugd de oorzaak is. In die periode vormen zich enorm veel neuronen in gebieden waarin herinneringen ontstaan. Dat zou het opslagproces van die herinneringen kunnen verstoren, waardoor ze voor eeuwig verloren gaan.
Om dat te onderzoeken, zochten Travaglia en zijn collega’s hun heil bij ratten. Die dieren ondergaan volgens hen ook een vorm van jeugdgeheugenverlies. Jonge, zeventien dagen oude ratten (vergelijkbaar met een mensenkind tussen de twee of die, konden leren dat ze een schok zouden krijgen van een kant van een doos. Maar een dag later was die herinnering weer weg. Oudere ratten behielden die herinnering juist een aantal dagen lang.
Het team ontdekte dat de juiste opfrisser ervoor kon zorgen dat de herinnering bij de jonge ratten weer terug kwam. Toen de ratjes waren vergeten van welke kant van de doos ze een schok zouden krijgen, gaven Travaglia en zijn collega’s hen een tweede schok. ‘Opeens hadden ze hun geheugen weer terug’, zegt Travaglia. Dat suggereert dat de herinnering nog gewoon bestaat, maar niet toegankelijk is via de gebruikelijke weg.
Onplezierige herinneringen
Travaglia denkt dat zijn bevindingen mogelijk ook toepasbaar zijn op mensen. Hij denkt dat we tijdens onze mindere dagen soms onbewust worden herinnerd aan een onplezierige herinnering waarvan we ons niet bewust zijn.
Andrii Rudenki en Li-Huei Tsai van de Massachusetts Institute of Technology zijn onder de indruk. Zij stellen dat het team van Travaglia een ‘eeuwenoud vraagstuk’ hebben opgelost. ‘Het onderzoek doet nieuwe dingen. Het laat zien dat hele vroege herinneringen in zoogdieren niet verloren gaan, maar achterblijven als latente sporen die je later weer kunt oproepen’, schreven zij in een commentaarstuk in het vakblad Nature Nanoscience.
Het team van Travaglia vergeleek ook de breinen van de jonge en volwassen ratten, voor en nadat ze iets hadden geleerd. Daaruit ontdekten ze dat in de hippocampus van de ratten bepaalde eiwitten in aantal toe- of afnamen. Deze veranderingen in wat ook wel bekend staat als het geheugencentrum van het brein, werden veroorzaakt door leerprocessen en niet door het verstrijken van de tijd.
Eiwit injecteren
Een bepaald eiwit met de naam BDNF, lijkt in het bijzonder belangrijk. Wanneer het team dit eiwit injecteerde in jonge ratten, beschermde het hun herinneringen, zodat ze ze niet kwijtraakten wanneer ze ouder werden.
In theorie is het daarom ook mogelijk om de vroegste herinneringen van kinderen op dezelfde manier te beschermen, stelt Travaglia. Maar hij is zelf meer geïnteresseerd in het blokkeren of elimineren van traumatische herinneringen, hoewel hij meteen benadrukt dat hij nog niet klaar is om iets dergelijks in mensen te proberen.
Patricia Bauer van de Amerikaanse Emory University twijfelt echter of de bevindingen toepasbaar zijn in mensen, omdat menselijk geheugen nogal verschilt van het geheugen van ratten. ‘Het onderzoek is erg elegant en geeft ons veel nieuwe inzichten over de werking van de hippocampus’, zegt zij. ‘Maar het vertelt ons niets over het kwijtraken van herinneringen in de jeugd.’
Jonathan Lee, van de Britse University of Birmingham is het met Bauwer eens dat de ratten misschien niet echt aan jeugdgeheugenverlies leiden, maar hij meent wel dat de resultaten andere implicaties kunnen hebben voor ons begrip van ons geheugen. Mensen die moeite hebben met het leren van nieuwe dingen, zouden hun herinneringen weleens verstopt kunnen hebben in hun brein, maar moeite kunnen hebben om bij die herinneringen te komen, zegt hij.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: