Wij mensen begeven ons nogal eens op zee – en veroorzaken daar steeds meer herrie. In hoeverre hebben zeedieren daar last van? Dat onderzocht bioloog Annebelle Kok op verschillende manieren, bij verschillende soorten.

Van wat voor mensenlawaai kunnen zeedieren zoal last hebben?

‘Denk aan de motoren van schepen, het heien van palen bij de aanleg van windmolenparken, seismisch onderzoek om te kijken wat er in de bodem zit, bommen uit de Tweede Wereldoorlog die tot ontploffing worden gebracht om ze onschadelijk te maken, de hoge pings van schepen met sonar…’

Naar welke zeedieren hebt u specifiek gekeken?

‘Wij waren vooral benieuwd naar soorten waarbij we de relatie tussen roofdier en prooi konden bestuderen. Daarom hebben we onder meer gekeken naar bruinvissen, grienden en grondels: een soort bodemvisjes die veel door bruinvissen worden gegeten.’

Op zoek naar de vliegroute van de grote stern
LEES OOK

Op zoek naar de vliegroute van de grote stern

Ecoloog Ruben Fijn bracht met gps voor het eerst uitgebreid het vlieggedrag van de grote stern in kaart. Zijn onderzoek laat ...

Hoe onderzocht u het effect van geluid op bruinvissen?

‘Bij deze dieren keken we of ze in gevangenschap lawaaiige gebieden vermeden, wat ze inderdaad deden. Vervolgens waren we benieuwd of ze in zo’n lawaaiig gebied toch even goed voedsel zouden kunnen vinden. Om die vraag te beantwoorden, hingen we drie kooien op in het water en stopten we dode vis in één van die kooien. De bruinvissen, die waren getraind om de kooi met vis aan te wijzen, bleken dat zowel met als zonder achtergrondgeluid prima te kunnen.’

Deed u ook zoiets bij de grienden?

‘Nee, daar bestudeerden we wilde dieren, waar we met zuignappen zenders op hadden bevestigd. Als er dan eentje heel diep dook om te jagen, stelden we met de microfoons op die zenders vast of de geluiden van een soortgenoot aan het oppervlak daar nog te horen waren. Uit dat onderzoek bleek dat zulke geluiden in een lawaaiige omgeving minder vaak te horen waren dan geluiden in een stille omgeving – en dat een griend dan harder gaat roepen om toch gehoord te worden.’

Annebelle Kok
Bioloog Annebelle Kok.

En bij de grondels?

‘Daar hingen we een neproofdier in de buurt van hun nest. Daarmee wilden we de vraag beantwoorden: hoe verandert de reactie van deze vissen op roofdieren als er bootgeluid te horen is?’

En?

‘Als we de grondels bootgeluiden lieten horen, vluchtten ze minder vaak weg voor ons neproofdier. Opvallend was dat dit zowel gold voor grondels in gebieden waar normaal gesproken géén boten voorbij komen, als voor grondels in gebieden waar juist veel wordt gevaren. Wij hadden verwacht dat die laatste dieren wel gewend zouden zijn aan bootgeluiden en dus op de normale manier zouden reageren op ons roofdier – maar dat bleek niet het geval.’

Neproofdier groot
Met dit neproofdier onderzocht Annebelle Kok wat het geluid van boten deed met de reactie van bodemvissen. Foto: Bart Braun

Het effect van lawaai kan dus nogal verschillen.

‘Ja, geluid werkt niet per se in het nadeel van elke soort. Bruinvissen zouden juist profijt kunnen hebben van het feit dat hun prooi minder snel wegzwemt door bootgeluiden – maar dan moeten ze wel de lawaaierige gebieden in die ze liever lijken te mijden.’

Moet er actie ondernomen worden tegen menselijk onderwatergeluid?

‘Op zich zou het goed zijn daar iets tegen te doen, maar het is wel een ingewikkelde kwestie. Dat geluid is er met een reden, bijvoorbeeld omdat we windmolenparken willen aanleggen om klimaatverandering tegen te gaan – en dat is uiteindelijk weer gunstig voor de zee. En je kunt natuurlijk ook niet zomaar de scheepvaart stilleggen.

Toch wordt er wel wat gedaan om de hoeveelheid geluid te verminderen. Zo moeten EU-lidstaten ervoor zorgen dat hun wateren een good environmental status hebben, en een van de eisen daarvoor is dat het ecosysteem niet te veel verstoord wordt door geluid. Maar dan moeten we wel te weten zien te komen op welke manieren geluid schadelijk is voor dieren. En dat maakt dit soort onderzoek zo waardevol.’

Annebelle Kok promoveerde op 12 november op haar onderzoek aan de Universiteit Leiden. Nu is ze postdoctoraal onderzoeker aan het Scripps Institute of Oceanography in de VS.