Overal lees je dat kinderen minder kans maken om ernstig ziek te worden van of dood te gaan aan het nieuwe coronavirus. Waar komt dat door?
Uit een studie naar 44.672 mensen met een COVID-19-besmetting bleek dat kinderen onder de tien jaar minder dan 1 procent van de gevallen vormden – en geen van de 1023 sterfgevallen. ‘Dit is niet net zoiets als de griep’, zegt Akiko Iwasaki, hoogleraar immunologie aan de Amerikaanse Yale-universiteit. Bij de griep worden jonge kinderen en oudere mensen meestal het hardst getroffen.
Waarom is dat anders bij het nieuwe coronavirus SARS-CoV-2? Dat is nog onduidelijk. Maar het zou kunnen dat kinderen, hoe gek dat ook klinkt, minder gevaar lopen doordat hun immuunsysteem nog niet helemaal af is.
Kunnen fagen helpen in de strijd tegen antibioticaresistentie?
Faagtherapie kan de toegenomen antibioticaresistentie het hoofd bieden. Deze kleine virussen kunnen specifieke bacteriën doden.
Unieke manier
Een voor de hand liggende verklaring voor het lage aantal ernstig zieke kinderen zou zijn dat kinderen minder makkelijk geïnfecteerd worden. Dat lijkt echter niet het geval te zijn. Eén studie stelde zelfs vast dat kinderen net zo makkelijk worden geïnfecteerd als volwassenen.
Kinderen die wél besmet raken, maken echter minder kans om de ziekte COVID-19 te krijgen en eraan te sterven. Iets vergelijkbaars gebeurde eerder bij SARS en MERS, twee andere ernstige ziektes die veroorzaakt werden door coronavirussen. Wat beschermt dan onze kinderen?
‘Daar heeft niemand nog een goed antwoord op’, zegt Iwasaki. Maar zij en andere deskundigen vermoeden dat het te maken heeft met de unieke manier waarop de immuunsystemen van kinderen reageren op deze virussen.
Gevaarlijke reactie
Een veelvoorkomende complicatie van COVID-19, SARS en MERS bij volwassenen is acute respiratory distress syndrome (ARDS). Daarbij reageert het immuunsysteem te overdreven op het coronavirus en veroorzaakt het levensbedreigende schade aan de longen.
Er lekken dan vloeistof en immuuncellen in de longen en die veroorzaken grote problemen, zegt Chris van Tulleken, die aan University College London promoveert in moleculaire virologie. Die respons van het immuunsysteem is bedoeld om het virus aan te vallen, maar kan uiteindelijk de opname van zuurstof in de longen blokkeren, legt Van Tulleken uit.
Doordat de immuunsystemen van kinderen zich nog aan het ontwikkelen zijn, is het mogelijk dat ze nog niet in staat zijn tot zo’n gevaarlijke reactie – een zogenoemde cytokinestorm – als ze COVID-19 of een vergelijkbare ziekte krijgen. Tijdens de SARS-uitbraak bleek uit twee studies dat kinderen bij ontstekingen relatief weinig cytokines produceren. Dat kan hun longen tegen ernstige schade hebben beschermd.
Lees meer over het nieuwe coronavirus en COVID-19 in ons dossier.
Dat verklaart echter niet waarom de immuunsystemen van kinderen anders reageren op coronavirussen dan op de griep. Misschien verschilt de cytokinerepons per virus, zegt Iwasaki.
Meer kwaad dan goed
Het kan ook zo zijn dat kinderen baat hebben bij het feit dat ze weinig zijn blootgesteld aan eerdere coronavirussen. Omdat volwassenen een langer leven achter de rug hebben, is de kans groter dat ze in contact zijn gekomen met andere coronavirussen, die bijvoorbeeld hoestbuien en verkoudheid veroorzaken. Daardoor hebben ze al antilichamen tegen deze mildere virussen.
Het is mogelijk dat deze bestaande antilichamen eerder een nadeel dan een voordeel vormen voor volwassenen, omdat ze niet precies passen bij het nieuwe coronavirus. ‘Soms doen niet goed matchende antilichamen meer kwaad dan goed’, zegt Wendy Barclay, die aan University College London ademhalingsvirussen zoals het griepvirus bestudeert.
Van groot belang
Begrijpen waarom kinderen gespaard worden, is niet alleen een kwestie van wetenschappelijke nieuwsgierigheid. ‘Als we op de een of andere manier het immuunsysteem van kinderen kunnen imiteren met therapie of medicijnen, dan wordt COVID-19 misschien ook niet meer dan een milde infectie bij volwassenen’, zegt Iwasaki.
En dat kinderen niet ernstig ziek worden, betekent niet dat ze niet bijdragen aan de verspreiding van het virus. Bovendien lijkt het erop dat geïnfecteerde volwassenen zonder symptomen het virus ook kunnen verspreiden. Hetzelfde zou kunnen gelden voor kinderen. Uitvinden of dat inderdaad het geval is, is van groot belang bij het bestrijden van deze pandemie.