Een poging tot slapen in een nieuwe omgeving wil nog weleens op een fiasco uitlopen. De reden: je linkerhersenhelft houdt een oogje in het zeil.
De slechte eerste nacht in een nieuwe omgeving is eindelijk verklaard. Onderzoekers van de Brown University in de VS maakten hersenscans van proefpersonen tijdens hun eerste en tweede nacht in een lab. Tegen al hun verwachtingen in zagen de onderzoekers dat de activiteit tussen beide hersenhelften in de eerste nacht verschilde, maar in de tweede nacht niet.
Geluid
Tijdens de eerste nacht bleek de linkerhersenhelft telkens actiever te zijn en sterker te reageren op omgevingsgeluid. Bovendien leek de mate waarin de hersenhelften verschilden in verband te staan met de tijd die een proefpersoon nodig had om in slaap te vallen.
‘Bij mannen ruikt het meer naar kaas, bij vrouwen naar ui’: verrassende verhalen over microben
Ze zitten op je neus, op je bord, in je darmen, onder je voeten. Te klein om met het blote oog te zien, met oneindig veel en ...
‘We wisten al dat dolfijnen, walvissen en bepaalde vogels hun hersenhelften afwisselend laten slapen’, vertelt onderzoekster Yuka Sasaki in een persbericht. ‘Het lijkt erop dat wij een afgezwakte versie van hun systeem gebruiken als we voor het eerst in een nieuwe omgeving slapen.’
Magnetische stimulatie
Om beide hersenhelften in een vreemd bed toch tot rust te laten komen, kun je volgens Sasaki bijvoorbeeld je eigen kussen meenemen. Daarmee lijkt een vreemde omgeving iets meer op thuis. Mocht dat niet helpen, is er binnenkort mogelijk een geavanceerdere methode. De slaaponderzoekers testen momenteel of het overactieve hersendeel met magnetische stimulatie tot rust kan worden gebracht.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: