Bij jongere generaties in de westerse wereld begint de eerste menstruatie steeds vroeger. Onderzoekers begrijpen nog niet goed waarom dat zo is.

De leeftijd waarop de menstruatie begint, loopt al tientallen jaren terug in westerse landen. Een nieuw onderzoek van de Amerikaanse gezondheidsdeskundige Zifan Wang van Harvard-universiteit en haar collega’s laat zien dat deze trend voortzet.

Dit is zorgwekkend, zegt epidemioloog Lauren Houghton van de Columbia-universiteit in New York, die niet betrokken was bij het onderzoek. Menstrueren voor de leeftijd van 12 jaar staat namelijk in verband met een verhoogd risico op aandoeningen zoals hartziekten en bepaalde vormen van kanker. Wie bijvoorbeeld tussen de 11 en 12 begint met menstrueren, heeft gemiddeld bijna 10 procent meer kans op borstkanker dan iemand die met de 13 jaar begint.

Onze emotionele relatie met kanker is aan herziening toe
LEES OOK

Onze emotionele relatie met kanker is aan herziening toe

Kanker is al tientallen jaren een van de meest gevreesde ziekten ter wereld. Maar deze ‘kankerfobie’ staat niet meer in v ...

Menstruatiegegevens

Wang en haar collega’s verzamelden via een smartphone-app de menstruatiegegevens van meer dan 71.000 deelnemers in de VS die minstens één menstruatiecyclus hadden doorgemaakt. Gemiddeld werden appgebruikers die tussen 2000 en 2005 zijn geboren op 11,9-jarige leeftijd voor het eerst ongesteld. Dat is aanzienlijk eerder dan degenen die tussen 1950 en 1969 geboren zijn. Die begonnen gemiddeld op 12,5-jarige leeftijd te menstrueren.

Het effect was sterker bij etnische minderheden en mensen uit lagere sociaaleconomische klassen. Van degenen die tussen 2000 en 2005 geboren waren, werden zwarte deelnemers gemiddeld rond hun 11,5e levensjaar voor het eerst ongesteld en witte deelnemers net na hun 12e.

Obesitas

Wat kan deze trend verklaren? Wetenschappers wezen eerder op het stijgende aantal gevallen van obesitas bij kinderen als de belangrijkste boosdoener. Menstruatie treedt namelijk pas op als het lichaam een bepaalde hoeveelheid lichaamsvet heeft bereikt.

Dit is echter maar één stukje van de puzzel. Wang en haar team schatten dat de body mass index (BMI) op het moment dat de deelnemers voor het eerst ongesteld werden slechts verantwoordelijk was voor ongeveer 46 procent van het verschil in de start van de menstruatie. ‘Ik denk dat we het te simplistisch bekijken als we alleen maar met de vinger naar obesitas wijzen’, zegt Houghton. ‘De oorzaken liggen op meerdere niveaus en zijn complex.’

Stress kan ook een rol spelen. Het kan het niveau van bepaalde hormonen, androgenen genaamd, verhogen. Vetweefsel zet die androgenen om in oestrogene hormonen die het begin van de menstruatie stimuleren, zegt Houghton.

Het is echter onduidelijk of het stressniveau in jonge generaties stijgt. Uit een onderzoek uit 2018 van de American Psychological Association bleek dat mensen die tussen 1997 en 2012 in de VS zijn geboren meer stress ervaren dan oudere generaties. Dat was echter alleen vergeleken met de oudere generaties zoals ze nu zijn, niet toen die nog adolescenten waren.

Hormoonverstoorders

Een andere factor die kan bijdragen zijn chemische stoffen bekend als hormoonverstoorders. Die komen voor in bepaalde kunststoffen, pesticiden en andere consumentenproducten. Deze chemicaliën kunnen natuurlijk voorkomende hormonen verstoren, blokkeren of nabootsen, waardoor ze de puberteit kunnen ontregelen.

Onderzoek naar het effect van deze chemische stoffen op de menstruatie geeft echter geen eenduidig beeld. Het effect hangt ook af van de leeftijd waarop mensen in aanraking komen met deze chemische stoffen en de mate van blootstelling. Hoge hoeveelheden van zogeheten poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS) in het bloed worden bijvoorbeeld in verband gebracht met een latere menstruatie – terwijl gemiddelde hoeveelheden van PFAS in het bloed in verband worden gebracht met eerdere menstruatie.

Houghton denkt dat al deze factoren, en enkele nog onbekende factoren, waarschijnlijk met elkaar samenwerken. Dat kan verklaren waarom bepaalde bevolkingsgroepen het meest getroffen worden. ‘Veel van deze factoren zijn gevolgen van structureel racisme en hebben een onevenredig grote invloed op raciale en etnische minderheden’, zegt Wang.

De vele mogelijke oorzaken kunnen het moeilijk maken om de effecten ervan tegen te gaan. ‘Ze zijn zo met elkaar verweven. Dat wordt heel moeilijk uit elkaar te halen’, zegt kinderarts Marcia Herman-Giddens van de Universiteit van North Carolina in Chapel Hill. ‘Maar [de leeftijd] kan niet blijven dalen.’