Onderzoekers van de Universiteit van Kopenhagen hebben met behulp van DNA-analyse laten zien dat de bewoners van Paaseiland rond 1300 contact hadden met de bewoners van Zuid-Amerika. Bovendien stortte het bevolkingsaantal niet in voordat de Europeanen arriveerden, in tegenstelling tot wat eerder werd gedacht. 

DNA-analyse van menselijke resten afkomstig van Paaseiland toont aan dat de bevolking aan het toenemen was op het moment dat de Europeanen arriveerden. Dit druist in tegen historische verslagen, die juist spreken van een drastische afname.   

De resultaten van de analyse laten daarnaast zien dat de eilandbewoners en Zuid-Amerikanen contact met elkaar hadden. Dat was al het geval ver voordat er Europeanen op het eiland arriveerden.

‘We moeten tolken waarschuwen voor plaatsvervangend trauma’
LEES OOK

‘We moeten tolken waarschuwen voor plaatsvervangend trauma’

Veel tolken weten niet dat ze tijdens hun beroep te maken kunnen krijgen met plaatsvervangend trauma. Daardoor lopen ze vaker mentale en fysieke schad ...

Standaard narratief  

Paaseiland en de eilandbewoners staan ook wel bekend als Rapa Nui. Het eiland ligt midden in de Stille Oceaan, op zo’n 3500 kilometer afstand van Zuid-Amerika. Het is het meest afgelegen bewoonde eiland ter wereld. Polynesiërs begonnen zich rond 1200 na Christus op het eiland te vestigen. Op dat moment was het 164 vierkante kilometer grote eiland nog bedekt met palmbomen.  

Toen de Europeanen in 1722 arriveerden, was er van die palmbomen niet veel meer over. Te veel ontbossing, in combinatie met ratten, was het bos fataal geworden. De geschiedenis van het eiland diende in het verleden vaak als voorbeeld voor onhoudbare ecologische exploitatie en bevolkingsgroei, onvermijdelijk gevolgd door een ineenstorting van het ecosysteem.  

Rapa Nui in het museum 

Geogeneticus J. Víctor Moreno-Mayar, van de Universiteit van Kopenhagen, keek samen met zijn team naar de overblijfselen van vijftien mensen, verzameld tijdens expedities in 1877 en 1935. De overblijfselen bevinden zich nu in het Nationaal Natuurhistorisch Museum in Parijs. De onderzoekers publiceerden hun bevindingen in het wetenschappelijk tijdschrift Nature.  

Tijdens het onderzoek werkte het team samen met vertegenwoordigers van de Rapa Nui-gemeenschap. De huidige eilandbewoners willen graag dat de menselijke resten terugkeren naar Paaseiland. Als het zeker is dat de overblijfselen in het museum afkomstig zijn van het eiland, kan dat helpen bij hun missie.  

Het onderzoek heeft aangetoond dat de vijftien mensen inderdaad tot de vroegere Rapa Nui-gemeenschap behoorden. Uit het onderzoek bleek ook dat ze allemaal in de afgelopen vijfhonderd jaar overleden.  

Toch geen bottleneck  

Wanneer omgevingsfactoren massale sterfte veroorzaken, is er vaak sprake van een bottleneck effect. Hierbij neemt de genetische diversiteit van een populatie af. Dit zou je volgens Moreno-Mayar moeten kunnen terugzien bij een DNA-analyse. ‘Met behulp van statistische methodes hebben we de genetische diversiteit van de Rapa Nui-populatie van de afgelopen duizend jaar gereconstrueerd’, zegt Moreno-Mayar. ‘We verwachtten een drastische afname van de populatie rond 1600, maar we vonden geen enkel bewijs hiervoor.’ 

De gegevens suggereren juist het tegengestelde: het lijkt erop dat de Rapa Nui-bevolking stabiel toenam tot ongeveer 1860. Toen arriveerden er slavenhandelaren op het eiland die honderden bewoners ontvoerden. Ze brachten bovendien de pokken mee, waardoor er heel veel eilandbewoners stierven.  

Zuid-Amerikaanse genen 

In het genetisch materiaal van de vroegere Rapa Nui vonden de onderzoekers ook DNA-fragmenten afkomstig van inheemse Amerikaanse gemeenschappen. De onderzoekers vermoeden dat de verschillende groepen rond 1300 met elkaar vermengd raakten. ‘Wij denken dat de voorouders van Rapa Nui zich vestigden op Paaseiland en kort daarna zijn afgereisd naar het vasteland, om daarna weer terug te keren’, aldus Moreno-Mayar.  

Het is niet de eerste keer dat onderzoekers twijfelen aan het narratief dat er massale bevolkingsafname plaatsvond op Paaseiland. Archeoloog Carl Lipo, van de Binghamtom-universiteit in New York, is blij met de resultaten van de onderzoekers uit Kopenhagen. Zijn team gebruikte andere methodes, maar kwam met behulp van archeologische gegevens en koolstofdatering tot dezelfde conclusie als Moreno-Mayars team. 

Volgens Lipo bevestigt dit onderzoek dat het eiland tot aan de komst van de Europeanen bevolkt werd door een veerkrachtige en succesvolle bevolking.