Schepen die roet de oceaanlucht inpompen, veroorzaken een toename van blikseminslagen langs drukke zeeroutes. Het is de zoveelste aanwijzing dat menselijke activiteiten weerpatronen veranderen.
Toen Joel Thornton en zijn collega’s van de University of Washington in Seattle de data van het World Wide Lightning Location Network bekeken, merkten zij iets merkwaardigs op. Er bleken tussen 2006 en 2015 significant meer blikseminslagen te zijn voorgekomen in bepaalde regio’s van de Indische Oceaan en Zuid-Chinese Zee dan in de omliggende gebieden. Sterker nog, ze zagen ze voornamelijk voorkomen langs twee rechte lijnen die precies overeenkwamen met twee van de drukste scheepvaartroutes ter wereld. Er bleken hier twee keer zo veel blikseminslagen plaats te vinden als in de andere regio’s.
‘Het leek hierdoor vrij zeker dat de schepen een rol speelden’, zegt Thornton. Toch moesten andere factoren die de intensiteit van stormen bepalen, zoals windsnelheid en temperatuur, worden uitgesloten.
Op zoek naar de vliegroute van de grote stern
Ecoloog Ruben Fijn bracht met gps voor het eerst uitgebreid het vlieggedrag van de grote stern in kaart. Zijn onderzoek laat ...
Aerosolen
Nadat het team deze alternatieve verklaringen had uitgesloten, kon bepaald worden wie de echte dader was: de aerosolen die uit de uitlaten van scheepsmotoren komen. Aerosoldeeltjes gedragen zich als zaadjes in de lucht. De waterdamp die daaromheen condenseert, blijft aan de zaadjes plakken, waardoor druppels ontstaan. In schone lucht zijn niet zo veel van deze zaadjes te vinden, waardoor de druppeltjes doorgaans snel naar beneden vallen in de vorm van regen.
Boven deze drukke zeeroutes zijn er echter veel meer aerosoldeeltjes te vinden, waardoor er ook meer druppeltjes ontstaan. Doordat deze licht zijn, stijgen ze tot grote hoogte in de atmosfeer, waar ze bevriezen en wolken vol ijsdeeltjes vormen.
Spanning op hoogte
Bliksem komt alleen voor in wolken die sterk elektrisch geladen zijn. Deze spanning komt voornamelijk voor in wolken die vol zitten met ijskristallen. Meer aerosol betekent dus meer bliksem.
Een belangrijke aanleiding voor de aanname van de onderzoekers was dat de bliksem intensiteit sterk toenam in jaargetijden waar sterke atmosferische convectiestromen vormden, die vervolgens de aerosol gemakkelijk in de hogere atmosfeer kon brengen. Bovendien bleek alleen de bliksem, en niet de regen in intensiteit toe te nemen boven de drukke zeeroutes.
Al lijkt het onderzoek klinkend bewijs te leveren dat aerosoldeeltjes de ontwikkeling en intensiteit van stormen beïnvloedt, toch stelt Thornton dat de resultaten niet zonder meer te vertalen zijn naar lucht boven land, omdat daar nog andere factoren meespelen.
‘Als we dit door de mens veroorzaakte effect begrijpen, kan dat ons helpen om het toekomstige klimaat te voorspellen’, zegt Orit Altaratz Stollar van het Israëlische Weizmann Institute of Science.
Het onderzoek laat zien dat de veranderingen die we in de atmosfeer maken wolkvorming kan beïnvloeden en zelfs kan leiden tot stormen. Thornton concludeert dat de troep die we over de laatste honderden jaren de lucht in hebben gespuwd wellicht bliksem en stormen heeft veroorzaakt op plekken in de wereld waar ze voorheen niet voorkwamen.
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder:
- Turbulentie tijdens vliegreis zal vaker voorkomen door klimaatverandering
- Klimaatverandering verwoest groot barriererif