De boomkorvisserij berokkent van alle directe menselijke activiteiten in het Nederlandse deel van de Noordzee verreweg de meeste schade aan de bodemdieren, ruim 99%. Gas-, olie- en zandwinning dragen maar 0,2 procent aan die schade bij.


Ecologen van NWO's Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) komen met verrassende conclusies in het rapport Macrobenthos. Op 31 januari is dit rapport overhandigt aan de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, de opdrachtgever. In het ecologisch onderzoek is gekeken naar de schadelijkheid van visserij, gas- en oliewinning, zandwinning, scheepvaart, militaire activiteiten en buisleidingen en kabels op de bodemdieren van de Noordzee.

De gebruikte maat voor schadelijkheid is de relatieve bodemdieren beschadigingsindex (RBBI). Die kregen de ecologen door het milieueffect van een bepaalde gebruiksfunctie te vermenigvuldigen met de grootte van het zeeoppervlak dat voor de functie wordt gebruikt en de hersteltijd van de bodemdieren. Voor de gas- en oliewinning bedraagt de RBBI 0,005 tot 0,43, voor de zandwinning 12 tot 36, maar voor de visserij 12.240 tot 62.400. Voor andere activiteiten is de RBBI kleiner dan 1. In vergelijking met tien jaar geleden blijkt gasboren veel milieuvriendelijker, terwijl de effecten van visserij nog steeds even groot, zo niet groter zijn.

De ecologen toonden aan dat van de bestudeerde soorten jaarlijks 5 tot 39 procent van het totale aantal door de boomkorvisserij wordt gedood. Eerder lieten zij al zien dat de zeefauna in de Noordzee de laatste vijftig jaar door de intensieve visserij drastisch is veranderd. De soortensamenstelling is aangepast aan de visserij. Kortlevende, zich snel en veelvuldig voortplantende soorten, zoals schol en wormachtige zeeorganismen, komen steeds meer voor. Soorten die zich pas na een aantal jaar voortplanten, zoals rog, kreeft of Noordzeekrab, delven het onderspit. Sommige zijn zelfs helemaal verdwenen. De ecologen concluderen dat het instellen van grote beschermde gebieden het enige effectieve middel is om voldoende van de biodiversiteit in de Noordzee te behouden.