Diemen (NL) – Het Amerikaanse ministerie van energie heeft de route gepland voor de ontwikkeling van de vierde generatie kernreactoren. Naast economische belangen vormt milieu een van de drijfveren.


De laatste decennia van de 20e eeuw daalde het vertrouwen in kernenergie, met name door de ongelukken in Three Miles Island en Tsjernobyl. President George Bush heeft de uitbreiding van kernenergie opgenomen in zijn nationale energiebeleid, met als belangrijkste redenen ongerustheid over het milieu (kerncentrales stoten geen koolstofdioxide uit) en de wens om de VS zelf in zijn energiebehoefte te laten voorzien. Het Department of Energy ontvouwt plannen voor de vierde generatie van kernreactoren (zie ook http://gen-iv.ne.doe.gov)

De kernreactoren van de eerste generatie waren de installaties van voor 1965 die aantoonden dat kernsplijting een geschikte energiebron is. Tot de tweede generatie, gebouwd tot halverwege de jaren negentig, behoren vele kerncentrales die nu verspreid over de wereld energie leveren, alsmede de beruchte Tsjernobylreactoren. De derde generatie bevat geavanceerde reactoren met ondermeer een natuurlijke passieve veiligheid (reactorkern kan niet smelten). Nu werken onderzoekers aan de vierde generatie, waarbij ze streven naar maximale veiligheid en efficiënte energielevering, en minimaal afval.
Een van de dromen van de technici is het gebruik van de energie voor de ontzilting van zeewater en de productie van waterstof. Het ontzilte zeewater vormt dan een belangrijke waterbron voor landbouw en bevolking in kustgebieden, terwijl waterstof in de toekomst de energiebron voor vervoersmiddelen moet worden. Dat vergt nog enige tijd. Rond het jaar 2010 verwacht men de eerste verbeterde kernreactoren van de derde generatie, Generation III+, terwijl de kernreactoren van de vierde generatie rond 2030 in gebruik kunnen worden genomen.

Erick Vermeulen