Dieren en planten verouderen vaak op een totaal andere manier dan mensen. Lang niet alle soorten ondergaan een aftakelingsproces met het toenemen van de jaren. Dat blijkt uit een literatuurstudie waarbij wetenschappers van de universiteit van Zuid-Denemarken het verouderingsproces bekeken van 46 verschillende soorten, waaronder zoogdieren, planten, schimmels en algen.
Het onderzoek toont aan dat niet alle organismen te maken hebben met het klassieke aftakelingsproces, zoals bij mensen, andere zoogdieren en vogels het geval is. Andere soorten, waaronder schildpadden en sommige bomen, worden juist sterker. Weer andere soorten ondervinden helemaal geen invloed van de tijd. Zoetwaterpoliepen van het geslacht Hydra hebben zelfs onder laboratoriumomstandigheden zo’n laag overlijdensrisico gedurende het gehele leven dat ze praktisch onsterfelijk zijn. Een doorrekening van laboratoriumproeven toont zelfs aan dat 5 procent van een Hydra-populatie over 1400 jaar nog steeds in leven zou kunnen zijn.
‘Veel mensen, waaronder ook wetenschappers, gaan ervan uit dat veroudering een onomkeerbaar proces is dat bij alle organismen voorkomt’, zegt evolutionair bioloog Owen Jones van het Max-Planck Odense Center van de universiteit van Zuid-Denemarken. ‘Maar dat is dus verrassend genoeg niet het geval.’ Tussen het verouderingspatroon en de gemiddelde levensduur van de soort bestaat echter geen correlatie. Organismen kunnen namelijk een toenemende sterftekans hebben en toch lang leven, of een dalende kans en toch al snel overlijden.
Op zoek naar de vliegroute van de grote stern
Ecoloog Ruben Fijn bracht met gps voor het eerst uitgebreid het vlieggedrag van de grote stern in kaart. Zijn onderzoek laat ...
Schildpadden kunnen bijvoorbeeld heel oud worden, maar je kan simpelweg niet zeggen dat die beesten alles overleven. Juist in de jonge jaren overlijden veel meer schildpadden dan op latere leeftijd. ‘Het heeft dus geen zin om veroudering vast te stellen aan de hand van hoe oud een bepaalde soort kan worden’, zegt Jones. ‘Het is interessanter om veroudering te definiëren aan de hand van een sterftecurve.’
Volgens Jones is meer onderzoek nodig naar veroudering voordat we de evolutionaire functie kunnen begrijpen. Dat kan volgens de bioloog mogelijk leiden tot nieuwe ontdekkingen naar de achtergronden van verouderingsprocessen en de ongemakken die daarmee gepaard gaan. Jones publiceerde de resultaten van het onderzoek onlangs in vakblad Nature.