Is het mogelijk om eeuwig te leven? Kunnen we ons lichaam voor altijd jong houden? Het antwoord lijkt nee. Uit nieuw statistisch onderzoek blijkt dat onze voortdurende veroudering waarschijnlijk niet te stoppen is.
Er zijn onderzoekers die menen dat veroudering te remmen of zelfs te stoppen is door gezond te leven. Zij zien ouderdom als een ziekte. Maar het nieuwe onderzoek, uitgevoerd door een internationaal team van 42 instituten uit veertien verschillende landen, heeft slecht nieuws. ‘Hoeveel vitaminepillen je ook slikt, hoe gezond je omgeving ook is en hoeveel je ook sport; uiteindelijk verouderen we en gaan we dood’, zegt Fernando Colchero van de Zuid-Deense Universiteit, een van de leidende onderzoekers.
Tot die harde conclusie komt de onderzoeksgroep na het bestuderen van een grote hoeveelheid data over de geboorte en sterfte van negen verschillende populaties van mensen. Die informatie vergeleken ze met de data van dertig niet-menselijke primatenpopulaties, waaronder gorilla’s, chimpansees en bavianen. Dit waren zeventien groepen die in het wild leven en dertien dierentuinpopulaties.
Socioloog over zelfmoordpreventie: ‘Probeer iemand met suïcidale gedachten uit het dal te helpen’
Socioloog Diana van Bergen en haar collega’s hebben een beurs van 9 ton gekregen voor een zelfmoordpreventieproject. ‘We weten dat er in de direct ...
Meer mensen leven langer
Met wiskundige technieken analyseerden de onderzoekers bij deze populaties het verband tussen de levensverwachting – de gemiddelde leeftijd waarop individuen in een populatie overlijden – en de ‘levensduurgelijkheid’, die kijkt hoe geconcentreerd sterfgevallen zijn rond oudere leeftijden. De levensduurgelijkheid is hoog als de meeste mensen in een populatie rond dezelfde leeftijd overlijden. Dit is tegenwoordig bijvoorbeeld het geval in landen zoals Zweden en Japan, waar de meesten rond hun zeventigste of tachtigste heengaan.
Uit de analyses blijkt dat naarmate de levensverwachting toeneemt, de levensduurgelijkheid ook toeneemt. De resultaten ondersteunen de theorie dat de levensverwachting niet stijgt doordat de dood steeds verder uitgesteld wordt, maar doordat meer mensen langer leven; steeds minder individuen sterven op jonge leeftijd. Iets vergelijkbaars bleek in 2019 uit onderzoek onder Nederlanders.
Doordat de gezondheid en de levensomstandigheden in de afgelopen decennia verbeterd zijn, leven meer mensen tegenwoordig langer. Daarom ligt de levensverwachting van Nederlanders nu boven de tachtig, terwijl die tweehonderd jaar geleden iets onder de veertig lag. Dat betekent niet dat er in 1821 niemand 80 werd. Dat kwam regelmatig voor. Maar doordat er meer individuen jong stierven, lag de gemiddelde levensverwachting lager.
Nu halen weliswaar steeds meer mensen de 80, 90 of zelfs honderd, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat de oudste mensen ooit de 200 zullen aantikken.
Verder verouderen
Uit het onderzoek blijkt bovendien dat dit ook voor niet-menselijke primaten geldt. De precieze leeftijden verschilden, maar voor elke populatie gold dat als de levensverwachting toenam, dit kwam door de vermindering van kindersterfte. Het was nergens zo dat de oudste individuen steeds hogere leeftijden haalden. Dat dit ook voor apen geldt, duidt op een biologische grens op het vertragen van de dood, schrijven de onderzoekers.
Toch hoeven we de hoop nog niet helemaal op te geven. Het statistische onderzoek beweert namelijk niet dat de veroudering helemaal vastligt. ‘Er zijn kleine verschillen te zien tussen populaties van dezelfde soort’, zegt Colchero. En het is niet uitgesloten dat de medische wetenschap, die tot nu toe vooral de kindersterfte weet te beperken, toch een manier vindt waarop we de 200 of 300 halen. De vraag wordt dan of we dat willen.