In de nachten van 12 op 13 en van 13 op 14 augustus zijn tot wel zeventig vallende sterren per uur te zien. Omdat het bijna nieuwe maan is, zijn ze extra goed te zien.
Vallende sterren, ook wel meteoren genoemd, hebben weinig met echte sterren te maken; het zijn stofdeeltjes of stukjes gruis die de dampkring van de aarde binnenkomen. Zo’n deeltje komt de dampkring binnen met een enorme snelheid. De luchtmoleculen voor het deeltje worden gecomprimeerd en verhit, wat wij zien als een lichtflits.
‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’
Oude sterren en pril leven – dat zijn de onderwerpen waar het hart van sterrenkundige Leen Decin harder van gaat kloppen.
Perseïden
Op sommige momenten zijn er meer meteoren te zien dan anders, omdat de aarde door een meteoroïdenwolk beweegt. Deze meteoroïdenwolk bestaat uit stof- en gruisdeeltjes die een komeet in zijn baan heeft achtergelaten. Ieder jaar rond deze tijd beweegt de aarde door de baan van de komeet Swift-Tuttle. Dit leidt tot een groot aantal meteoren aan de hemel, die uit het sterrenbeeld Perseus lijken te komen. De meteoren worden daarom ook wel de Perseïden genoemd.
De meeste meteoren, tot wel 85 per uur, zullen in de middag van 13 augustus de dampkring binnenkomen, wanneer ze helaas niet te zien zijn. De beste tijd om naar de vallende sterren te kijken is in de nachten om 13 augustus heen, tussen 3 en 4 uur ’s nachts. Als je rond die tijd in noordoostelijke richting naar de hemel kijkt, kan je tot wel zeventig vallende sterren per uur zien.
Je hebt geen telescoop nodig om de vallende sterren te zien, maar het helpt wel om op een goed donkere plek met weinig lichtvervuiling te kijken. Dit jaar zijn de Perseïden, mits het niet te bewolkt is, extra goed te zien, omdat het bijna nieuwe maan is. Er zal dus weinig tot geen storend maanlicht zijn.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees ook: