Gedetineerden in Californische gevangenissen die gevaccineerd waren of een eerdere coronabesmetting hadden doorgemaakt, verspreidden het coronavirus minder vaak naar hun medegevangenen.

Mensen die gevaccineerd zijn tegen het coronavirus en daarnaast een eerdere infectie hebben doorgemaakt, hebben 41 procent minder kans om het virus over te dragen als ze nogmaals besmet raken, in vergelijking met mensen die geen prik hebben gehad en niet eerder besmet zijn geweest. Ook mensen die alleen gevaccineerd zijn of alleen een eerdere infectie hebben doorgemaakt, lopen minder kans het virus over te dragen. Dat blijkt uit een onderzoek in Amerikaanse gevangenissen, waarbij het aantal besmettingen tussen celgenoten tijdens de omikrongolf werd bijgehouden.

Het onderzoek toont aan dat een vaccinatie niet alleen beschermt tegen een ernstig ziekteverloop, stelt socioloog Simon Williams van de Swansea-universiteit in het Verenigd Koninkrijk. ‘Het is een heel belangrijke bevinding.’

Op zoek naar de vliegroute van de grote stern
LEES OOK

Op zoek naar de vliegroute van de grote stern

Ecoloog Ruben Fijn bracht met gps voor het eerst uitgebreid het vlieggedrag van de grote stern in kaart. Zijn onderzoek laat ...

Vertraagde verspreiding

Vaccinatie tegen het coronavirus vermindert de kans op ziekenhuisopname door een besmetting. Het verlaagt ook de kans op overlijden aan covid-19. Maar welke invloed een vaccin heeft op de verspreiding van het virus is nog onduidelijk. Dat is een belangrijke kwestie, want voor sommige mensen is niet alleen een milder ziekteverloop, maar ook een lagere verspreidingskans een belangrijk argument om zich te laten vaccineren.

Bij de vorige varianten van het coronavirus leek het erop dat de vaccins de verspreiding inderdaad vertraagden. Vooral bij mensen die het Pfizer/BioNTech-vaccin hadden gekregen, was er een groot verschil te zien: zij hadden maar liefst 90 procent minder kans om hun ziekte door te geven. Maar bij de uitbraak van de omikronvariant in november vorig jaar bleek dat de vaccins vooral beschermden tegen een ernstig ziekteverloop, en minder tegen een snelle verspreiding van het virus.

Amerikaanse gevangenissen

Infectioloog Nathan Lo van de universiteit van Californië in San Francisco deed onderzoek in 35 gevangenissen in Californië. Samen met zijn collega’s testte hij de verspreiding van het coronavirus in gevangeniscellen, tussen december vorig jaar en afgelopen mei.

Als een gedetineerde symptomen had of positief was getest, werd die niet altijd direct geïsoleerd. Bijna 1300 besmette gedetineerden deelden hun cel minstens een nacht met een ander die vlak daarvoor nog negatief was getest.

De negatief geteste gedetineerden brachten gemiddeld 2,3 dagen door met een besmette gevangene. Meer dan een kwart van hen raakte uiteindelijk ook zelf besmet.

Als de besmette gedetineerde al eens eerder covid-19 had gehad, was de kans op verspreiding 21 procent lager dan wanneer die geen eerdere infectie had doorgemaakt en daarnaast niet was gevaccineerd. Bij minstens één vaccinatie maar geen eerdere infectie, was de verspreidingskans 24 procent lager. Wanneer de gedetineerde voorheen al eens besmet was geraakt en bovendien minstens één vaccinatie had ontvangen, was de kans op verspreiding van het coronavirus 41 procent lager.

Met elke extra vaccinatiedosis die een gedetineerde kreeg, werd de verspreidingskans bovendien 12 procent lager. De gedetineerden hadden hoogstens drie prikken ontvangen. ‘Dit onderzoek onderstreept hoe essentieel boostervaccinaties zijn als je de verspreiding van het virus wilt vertragen’, aldus de onderzoekers.