Wie naar het uiterste noorden van Noorwegen wil reizen, kan twee dingen doen: heel veel geld betalen,of er heel lang over doen. De tweede optie is verreweg het leukste. Dan heb je na twintig uur boemelen door het uitgestrekte Zweden tenminste het idee dat je ver weg bent.


De trein is Stockholm nog niet uit of ik bevind me al in de wereld van Astrid Lindgren: glooiende bloemenvelden met vrolijk geel- en roodgeverfde huisjes, meertjes met steigers en roeibootjes. Even voorbij Uppsala begint het eindeloze berken-dennenbos. Links en rechts zie ik beken en moerassen en ja! Zowaar een grote elandstier met een bijna volgroeid gewei, die de trein wat hooghartig de rug toekeert.
's Avonds tegen elven begint het heel langzaam te schemeren. De zon verdwijnt in het noordwesten, maar donker wordt het allerminst. Om kwart over drie, even voorbij Umeå, komt de zon gewoon weer op in het noordoosten. Slapen is zonde, en lukt me toch niet in de schuddende trein, dus ik nestel me in mijn slaapzak bij het raam en kijk naar de meertjes waar sierlijke nevelflarden boven hangen.
Om een uur of acht, als iedereen weer een beetje wakker wordt, passeren we het bord 'Polcirkeln'. Nu wordt het echt! De bossen hebben plaatsgemaakt voor gedrongen berkenstruikjes en moerasjes met wuivend wollegras. Zwarte wolken pakken zich boven de heuvels samen en ik zie een paar indrukwekkende lichtflitsen. Even plotseling is het echter weer stralend weer. Op de bergtoppen zie ik de eerste sneeuw.
Dan doemt uit het niets de mijnstad Kiruna op. Vanaf 1900 worden daarvandaan jaarlijks vele tonnen ijzererts per trein vervoerd naar het Noorse Narvik. Daar is de haven namelijk door de warme golfstroom altijd ijsvrij. Over die historische spoorbaan rijden we nu, dwars door Abisko Nationalpark heen, dat bekend is om zijn internationale klimaats- en vegetatieonderzoeksstation.

Dan zijn we al snel de 'Riksgrensen' gepasseerd en dalen we af in de fjord van Narvik, die zich prachtig voor ons uitstrekt. Opeens zijn de hellingen weer lieflijk begroeid met berken, gifgroene varens en bloeiende bloemen. De watervallen maken het Noorse beeld compleet.
En nu zit ik aan het water te wachten op een piepklein vliegtuigje, dat me in twintig minuten naar het eiland Andøya gaat brengen. Daar is in het vissersdorpje Andenes het walviscentrum gevestigd waar ik de komende maanden zal werken. De besneeuwde pieken zijn in de verte al te zien!

Nienke Beintema