Een ruimterots die in een baan om onze planeet was beland, vormde tijdelijk een tweede maan. De rots blijkt nu afkomstig te zijn van de echte maan. Dat kan wijzen op een verborgen populatie maanstenen die in de ruimte rondzweeft.

Een enorme rots die in een baan om de aarde draaide, lijkt afkomstig te zijn van de maan. Het is de tweede keer dat we dit type object zien, maar misschien wachten er nog veel meer op hun kans om ontdekt te worden.

De planetoïde, genaamd 2024 PT5, is ongeveer 10 meter breed. Hij werd in augustus gespot en later door de zwaartekracht van de aarde gevangen. Daarmee werd hij tussen september en november 2024 een tweede maan, een zogeheten minimaan, van onze planeet.

‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’
LEES OOK

‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’

Oude sterren en pril leven – dat zijn de onderwerpen waar het hart van sterrenkundige Leen Decin harder van gaat kloppen.

Monsters uit de hooglanden

Toen astronoom Teddy Kareta van het Lowell-observatorium in de VS samen met zijn collega’s de planetoïde onderzocht, ontdekten ze dat het uiterlijk van de minimaan niet overeenkwam met dat van de meeste andere bekende planetoïden. Door te kijken naar het weerkaatste licht van de planetoïde konden ze de samenstelling van het gesteente bepalen. De minimaan bleek rijk aan pyroxeen, maar bevat weinig olivijn. Dat komt overeen met de samenstelling van gesteentemonsters van de maan die in 1971 door de Apollo 14-missie zijn verzameld.

‘Apollo 14 heeft vooral monsters genomen van de hooglanden van de maan’, zegt Kareta. De hooglanden zijn de lichtere delen van de maan die we vanaf de aarde kunnen zien. Het suggereert dat iets in de relatief recente geschiedenis – misschien de afgelopen 200.000 jaar – in dit gebied is ingeslagen en rotsen, waaronder 2024 PT5, de ruimte inslingerde. ‘Als we moesten gokken uit welk deel van de maan dit ding kwam, dan is het waarschijnlijk uit de hooglanden.’

Verbrande rotsen

Dit zou 2024 PT5 de tweede bekende planetoïde van de maan maken. In 2021 bleek een object genaamd Kamo’oalewa ook al een maanoorsprong te hebben. Beide objecten staan bekend als quasi-satellieten, omdat ze een vergelijkbare baan hebben met de aarde en rood zijn door hun blootstelling aan de zon. Kareta: ‘Je kan het voor je zien als rotsen die verbranden.’

Het bestaan van een tweede maanplanetoïde is ‘echt spannend’, zegt Kareta. ‘Het laat zien dat er mogelijk een heleboel van die dingen zijn. De natuur maakt niet zomaar twee objecten van iets.’ Kareta voorspelt dat er zo’n zestien maanplanetoïden in een baan om de aarde draaien, gebaseerd op hoe vaak de brokstukken ontstaan en hoe lang ze in hun baan zouden blijven.

Astronoom Renu Malhotra van de Universiteit van Arizona in de VS, die deel uitmaakt van het team dat de maanoorsprong van Kamo’oalewa onderzocht, zegt dat maanplanetoïden waarschijnlijk maar een paar miljoen jaar in de buurt van de aarde blijven. Daarna wijken hun banen uit ‘naar de grotere ruimte’. Ze verdwijnen dan tussen de duizenden andere planetoïden die zich dicht bij de aarde bevinden. Omdat de brokstukken zo klein en moeilijk te zien zijn, zou het ‘heel moeilijk zijn om aan te geven waar ze vandaan kwamen’, zegt ze.

Kleine kans

Aangezien maanplanetoïden precies de juiste omstandigheden nodig hebben om te ontstaan, blijft de kans om ze te spotten klein. Als een inslag op de maan bijvoorbeeld te weinig energie heeft, vallen de brokstukken gewoon terug naar het maanoppervlak. En bij teveel energie worden de brokstukken ver het zonnestelsel in geslingerd.

‘De voorkeurslocatie voor een inslag is het achterste halfrond’, zegt Malhotra. Puin van de maanzijde die ‘naar achteren’ wijst in zijn baan, zou namelijk snelheid verliezen. Het kan het aarde-maansysteem daardoor niet zo gemakkelijk verlaten.

China is van plan om in 2025 een missie naar Kamo’oalewa te lanceren, Tianwen-2 genaamd. Deze kan ons meer inzicht geven in deze objecten. ‘Kamo’oalewa is een van de meest verse, ongerepte planetoïden die recentelijk zijn ontstaan’, zegt Malhotra. ‘Hij kan vingerafdrukken bevatten van zijn inslaggeschiedenis.’