Met de ontwikkeling van een menselijke stamcellijn door klonen hebben Koreaanse wetenschappers therapeutisch klonen een stap dichterbij gebracht.

Bij tal van ziekten is aftakeling van weefsel verantwoordelijk voor de klachten. Dat geldt bijvoorbeeld voor diabetes, de ziekte van Parkinson en andere kwalen. De laatste jaren hebben wetenschappers steeds meer interesse in stamcellen als mogelijke therapie. Dergelijke cellen kunnen nieuw weefsel vormen, dat het verdwenen weefsel vervangt. Woo Suk Hwang, de hoogleraar die het onderzoek leidde, heeft vijf jaar geleden als eerste een melkkoe gekloond.

De ontwikkeling van een menselijke stamcellijn na overzetten van een kern uit een menselijke lichaamscel (somatische kerntransplantatie, ofwel methode Dolly, naar het Schotse kloonschaap) naar een eicel biedt hoop op therapieën met dergelijke cellen. Een van de grootste voordelen is dat afstotingsproblemen kunnen worden voorkomen als de stamcellen uit lichaamseigen materiaal van een patiënt zijn gekloond.

Ieder mens een persoonlijk dieet
LEES OOK

Ieder mens een persoonlijk dieet

Gezondheidseconoom Milanne Galekop onderzocht gepersonaliseerde diëten. Zijn die echt de moeite en de kosten waard?

Anonieme donoren leverde 242 eicellen en cumuluscellen – lichaamscellen die zich rond de eicellen bevinden – aan de Koreaanse wetenschappers. De onderzoekers verwijderden de oorspronkelijke kern uit de eicellen. Die heeft immers maar 23 chromosomen, de helft van de benodigde hoeveelheid. In 176 gevallen slaagden ze erin om de wel complete kern van een cumuluscel over te zetten naar een eicel van dezelfde donor.

Nu moesten de cellen worden aangezet tot deling, want het delingssignaal dat een zaadcel geeft, ontbrak. Dat vergde nogal wat uitproberen, maar uiteindelijk vonden de onderzoekers hoe ze met een combinatie van twee chemische oplossingen de eicel tot delen konden aanzetten. Uiteindelijk ontstonden er dertig blastocyten. Een blastocyt is een van de vroegste stadia van embryo’s. Uit deze blastocyten isoleerden de onderzoekers de binnenste cellen, en uiteindelijk verkregen ze één stamcellijn. Elke vijf tot zeven dagen zetten de onderzoekers een deel van het celmateriaal over in een nieuwe kweek, en na meer dan zeventig van die handelingen zijn de chromosomen nog steeds genetisch identiek aan die in de oorspronkelijke cel.

Het voordeel van stamcellen is dat ze pluripotent zijn. Afhankelijk van de omgeving kunnen ze zich tot uiteenlopende weefsels ontwikkelen, zoals bijvoorbeeld zenuwweefsel, pancreasweefsel of botweefsel. Daarom trekt de in Science gepubliceerde ontdekking van de Koreaanse onderzoekers veel aandacht. Zelf wijzen ze nadrukkelijk reproductief klonen af. Hwang verwijst daarbij naar de problemen met het schaap Dolly en andere klonen van zoogdieren. Voor therapeutisch klonen hebben ze in ieder geval de mogelijkheid van het kweken van stamcellen van een levende persoon bewezen.

Wat nu zal volgen is een verdere verfijning van de toegepaste technieken zodat de slagingskans toeneemt. De klinische toepassing van gekloonde stamcellen is nog ver weg. Zeker als nu wereldwijd de ethische discussie over dergelijke technieken zal losbarsten.