Het was de moeder aller stofstormen. De stofwolk veroorzaakt door de meteoriet die 66 miljoen jaar geleden de dinosauriërs de das omdeed, verspreidde zich waarschijnlijk met een duizelingwekkende snelheid van maximaal 6 kilometer per seconde rond de aarde.
Als iemand dit voorval vanuit de ruimte had kunnen bekijken, dan had die gezien dat onze planeet binnen slechts enkele uren na de impact omhuld was, zegt geofysicus Joanna Morgan van het Imperial College in Londen. ‘Je zou de stofwolk vanaf de inslaglocatie zien uitbreiden en alles zien bedekken.’
Dit is hoe we wiskundefobie te lijf kunnen gaan
Sarah Hart vertelt hoe we de angst voor getallen en formules weg kunnen nemen.
De massaextinctie die volgde, veegde alle dinosauriërs van de kaart behalve vogels – die voortkwamen uit andere dinosauriërs. Ook veel andere diersoorten legden het loodje, op een aantal landdieren na.
Buitenaards laagje
Morgan en haar co-auteur, wis- en natuurkundige Natalie Artemieva van het instituut voor planeetwetenschap in het Amerikaanse Tucson, bedachten rond 2007 dat ze een computersimulatie wilden maken van zo’n enorme stofwolk. De ontwikkeling van het model en de simulatie van het gedrag van de atmosfeer en van de stenen en stof in het door de meteoriet weggeblazen materiaal was een secuur werkje. ‘Het nam meer dan tien jaar in beslag’, zegt Morgan.
Het doel van de onderzoekers was licht te werpen op een raadsel rondom een van de belangrijkste bewijzen op basis waarvan we weten dat deze meteorietinslag ooit heeft plaatsgevonden: een laag buitenaards materiaal, ongeveer 3 millimeter dik, dat terecht is gekomen in gesteente uit de tijd van de impact. Het aparte is namelijk dat die laag er overal ter wereld hetzelfde uitziet. ‘Hij heeft een constante dikte en een constante samenstelling’, zegt Morgan.
Afnemende dikte
Dat is vreemd. Want wanneer bijvoorbeeld vulkanen uitbarsten, landen de zwaarste klompen materiaal dichtbij en leggen alleen de lichtste deeltjes een grote afstand af. Als gevolg daarvan ligt verder weg van de eruptie minder materiaal. ‘De dikte van de laag neemt af naarmate de afstand tot het plaats delict toeneemt’, zegt Morgan.
De meteoriet raakte de aarde in de buurt van waar nu de plaats Chicxulub ligt, op het Mexicaanse schiereiland Yucatán. Er zou dus een dunnere laag materiaal moeten liggen op plekken die verder bij Mexico vandaan liggen.
Verhitte atmosfeer
Morgan en Artemieva kwamen op een mogelijke verklaring nadat ze zagen wat er gebeurde toen in 1994 komeet Shoemaker-Levy 9 Jupiter raakte. ‘Toen die neerkwam, verspreidde het stof zich horizontaal’, zegt Morgan. Het vermoeden is dat een object dat razendsnel door een atmosfeer beweegt de lucht verhit, waardoor die uitzet en het stof in zijwaartse richting helpt bewegen.
De onderzoekers vroegen zich af of hetzelfde kon zijn gebeurd met het materiaal dat omhoog werd geslingerd door de meteoriet die op aarde neerkwam. ‘De atmosfeer warmt heel snel op en zet uit, dus in plaats van dat het materiaal in een rechte baan door de atmosfeer beweegt en dan landt, wordt het ergens anders heen gestuwd.’
Ongehinderde verspreiding
De simulaties van het tweetal laten zien dat de stenen en het stof dat door de inslag de lucht in werd geslingerd een zich uitbreidende cirkel rond de plek van de inslag vormde. De wolk bereikte een hoogte van 50 kilometer, tot boven het gedeelte van de atmosfeer dat relatief de hoogste luchtdruk heeft. Daardoor kon het stof zich relatief ongehinderd verspreiden.
Het resultaat van dit alles was dat het stof met een snelheid tot 6 kilometer per seconde rond de aarde bewoog, waardoor die binnen een paar uur volledig omhuld raakte. Dit verklaart hoe het materiaal van de impact zo gelijkmatig verspreid kon raken.