Mensen die in Zuid-Spanje leefden in de laatste periode van de steentijd, het neolithicum, lijken kennis van geologie en natuurkunde te hebben gehad. Ze gebruikten deze kennis voor de bouw van een stenen monument.
De bouw van de zogeheten dolmen van Menga is gebaseerd op wetenschappelijke kennis. De makers lijken in elk geval een basisbegrip te hebben gehad van architectuur, techniek en geologie.
Megaliet
De dolmen van Menga vormen een megaliet, een monument dat uit meerdere stenen bestaat. Het maaksel behoort tot de vroegste van dit soort bouwwerken en dateert van tussen 3600 en 3800 voor Christus. De overdekte ommuring is opgebouwd uit 32 grote stenen, waarvan sommige de grootste zijn die in dit soort monumenten zijn gebruikt. De zwaarste steen weegt meer dan 130 ton. Dat is meer dan drie keer zoveel als de zwaarste steen in Stonehenge in het Verenigd Koninkrijk, dat meer dan 1000 jaar later werd gebouwd.
Waarom een inpoldering in de Biesbosch alles zegt over het landbouwbeleid van afgelopen eeuw
Eerst de boerderij, dan pas de natuur: de agrarische sector staat er bij veel mensen niet goed op. Historicus Marij Leenders beschrijft in haar onderz ...
‘[In het neolithicum] moet het heel indrukwekkend zijn geweest om dit gebouw van deze enorme stenen te zien’, zegt archeoloog Leonardo García Sanjuán van de Universiteit van Sevilla in Spanje. ‘Het laat zelfs vandaag de dag nog een diepe indruk achter.’
García Sanjuán en zijn collega’s hebben gedetailleerde geologische en archeologische analyses van de stenen uitgevoerd. Zo konden ze afleiden welke kennis de bouwers van Menga nodig hebben gehad om het monument, dat zich in de stad Antequera bevindt, te bouwen. Ze publiceerden hun bevindingen in het wetenschappelijke vakblad Science Advances.
Eerste boog
Vreemd genoeg ontdekte het team dat de rotsen van een relatief breekbare soort zandsteen zijn. Dit verhoogt het risico op breuken. García Sanjuán en zijn collega’s ontdekten dat de makers dit compenseerden door de stenen zo te vervormen dat ze in het geheel een stabiele structuur vormden.
Neolithische mensen hadden een manier nodig om de blokken heel dicht op elkaar te laten aansluiten, zegt Garcia Sanjuán. ‘Het is net Tetris’, zegt hij. ‘Als je kijkt naar de precisie en hoe goed elke steen op elkaar aansluit, moeten ze wel kennis hebben gehad van hoeken, hoe primitief ook.’
De onderzoekers ontdekten ook dat de 130 ton wegende steen, die horizontaal op het dak ligt, zo was gevormd dat het oppervlak in het midden opliep en naar de randen toe afnam. Dit verdeelt de kracht op een vergelijkbare manier als een boog. Dat versterkt het dak, aldus García Sanjuán. ‘Voor zover wij weten, is dit de eerste keer in de menselijke geschiedenis dat het principe van de boog is gedocumenteerd.’
Kennis van architectuur en techniek
De positie van Menga is zodanig dat het duidelijke lichtpatronen produceert aan de binnenkant van het monument tijdens de zomerzonnewende. Ook heeft het stenen die beschermd zijn tegen waterschade door verschillende lagen zorgvuldig platgeslagen klei. Dat wijst erop dat de bouwers kennis hadden van architectuur en techniek.
‘Ze kenden de geologie en de eigenschappen van het gesteente dat ze gebruikten’, zegt García Sanjuán. ‘En al met al lijkt het er dus op dat ze kennis hadden van techniek, natuurkunde, geologie, geometrie en astronomie. Dat kunnen we wetenschap noemen.’
Er zijn neolithische bouwwerken in Frankrijk die qua omvang bijna gelijk zijn aan Menga, maar we begrijpen niet goed hoe die gebouwd zijn, zegt García Sanjuán. ‘Zoals het er nu uitziet, is Menga uniek op het Iberisch Schiereiland en in West-Europa.’
‘Wat hier zo verrassend aan is, is hoe geavanceerd het bouwwerk is’, zegt archeoloog Susan Greaney van de Universiteit van Exeter in het Verenigd Koninkrijk. ‘Het architectonische begrip van hoe de gewichtsverdeling werkt, dat heb ik nog nergens eerder gezien.’ Maar ze voegt eraan toe dat deze bevindingen misschien meer een blijk van goed begrip van architectuur en techniek zijn dan van wetenschap.