Uit een genetische analyse is gebleken dat ongeveer 4500 jaar geleden een deel van Zuid-Europa vanuit het oosten werd veroverd. In wat nu Spanje en Portugal is, verdwenen plots alle mannen van de lokale bevolking. De enigen die vanaf dat moment nog nakomelingen achterlieten, waren de mannen van buitenaf.
In de prehistorie waren er verschillende migratiegolven naar en door Europa. Een van de belangrijkste begon zo’n 5.000 jaar geleden, toen een populatie die ten noorden van de Zwarte en Kaspische Zee leefde verder naar het westen trok. Archeologen noemen deze groep nomaden die rondtrokken met hun dieren jamna.
'Stel een leeftijdsgrens in voor euthanasie bij psychisch lijden'
We moeten terughoudender zijn met het aanbieden van euthanasie bij psychisch lijden, stelt psychiater Jim van Os. Vooral bij jonge mensen.
‘Het wiel was pas uitgevonden en het paard was net gedomesticeerd’, zegt David Reich van de Harvard Medical School, die met zijn team onderzoek deed naar de jamna. De nomaden gebruikten paard en wagen om voorraden mee te nemen tijdens hun tocht door de steppe. Daardoor konden ze hun kudden verzorgen en de steppe beter benutten dan andere bevolkingsgroepen.
Jamnacultuur
Voordat de jamna verschenen, leefden er een groot aantal verschillende culturen op de steppe, die elk hun sporen achterlieten. De meeste van deze culturen verdwenen en werden vervangen door de jamnacultuur. ‘De jamna verspreidden zich over een uitgestrekt gebied van Mongolië tot Hongarije en trokken zo naar Europa. Ze zijn de voornaamste bijdragers aan het DNA van hedendaagse Europeanen’, zegt Reich. Volgens hem zijn ook de Indo-Europese talen – waaronder de meeste moderne Europese talen – door de jamna naar Europa gebracht.
In de periode dat de jamna in Europa aankwamen, heerste in de Spaanse regio de klokbekercultuur. De naam is afkomstig van de karakteristieke bekers die door de lokale bevolking gemaakt werden, en die een verband lijken te hebben met een aantal religieuze overtuigingen. Toen de jamna in Europa aankwamen, namen zij de aardewerkstijl over, waarna het een kenmerkende aanwijzing voor hun verspreiding werd.
Uitroeien
Om een completer beeld te krijgen van de verspreiding van de jamna in de Spaanse regio, onderzochten Reich en zijn collega’s DNA uit de botten van mensen die in die tijd in die regio leefden. Het DNA doet vermoeden dat de nakomelingen van de jamna ’s zich ongeveer 4.500 jaar geleden begonnen te mengen met die van de lokale bevolking. Het DNA stamde voor 40 procent van de jamna af en voor 60 procent van de lokale bevolking.
Nu blijkt de jamna-verspreiding alles behalve vreedzaam te zijn verlopen. Reich en zijn team vonden een drastische verschuiving in de Y-chromosomen, die alleen mannen hebben. ‘Alle Y-chromosomen werden vervangen’, zegt Reich. Het DNA van de lokale mannen verdween uit de genenpool. Het betekent dat de lokale vrouwen een tijd lang uitsluitend kinderen kregen van de mannen van buitenaf, aldus Reich.
Slaven
Het doet vermoeden dat er sprake was van een gewelddadige verovering, waarbij een binnenvallend jamnaleger de lokale mannen doodde of tot slaaf maakte en de lokale vrouwen voor zichzelf hield. ‘Bij de botsing van deze twee groepen – die alles behalve vriendelijk en gelijkwaardig moet zijn geweest – verdrongen de mannen van buitenaf de lokale mannen bijna volledig,’ zegt Reich. Dit kon alleen gebeuren als de samenleving onder de controle van de binnenvallende mannen was, waarbij de vrouwen werden behandeld als tweederangs burgers of zelfs als eigendom, iets wat in de samenleving van de lokale bevolking voorheen niet voorkwam.
Het is niet helemaal duidelijk wat er precies is gebeurd. Misschien hadden de nieuwkomers onbekende ziekten waardoor de lokale bevolking is uitgeroeid. Tevens was het klimaat toentertijd aan het veranderen, wat mogelijk de problemen voor de lokale bevolking alleen maar groter heeft gemaakt.
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees ook: