De bulbus olfactorius, een hersenstructuur aan de voorkant van de hersenen, speelt een essentiële rol in ons reukvermogen. Althans, dat dachten we. Nu hebben Israëlische neurowetenschappers een handvol vrouwen ontdekt die gewoon kunnen ruiken, maar geen bulbus olfactorius hebben. Dat verandert onze opvattingen over reuk volledig.
Het onderzoeksteam, waaronder Tali Weiss en Noam Sobel van het Israëlische Weizmann-instituut, zocht naar een verband tussen reukvermogen en seksuele voortplanting. Hun experimenten lieten zien dat een van de vrouwelijke vrijwilligers geen bulbus olfactorius had. Dat is ongebruikelijk, maar niet volledig uitgesloten: 1 op de 10.000 mensen heeft geen bulbus olfactorius.
Deze mensen kunnen echter doorgaans niet ruiken. De vrouw uit de studie was een uitzondering op die regel. Volgens Sobel beweerde de 29-jarige vrouw dat ze een heel goed reukvermogen had.
Softies? Sneeuwvlokjes? Niks daarvan – Gen Z is superkrachtig, zegt deze neurowetenschapper
Niks sneeuwvlokjes. Volgens neurowetenschapper Eveline Crone zijn hedendaagse jongeren juist sterk in een extreem ingewikkelde tijd.
Uit elke test die de vrouw vervolgens moest doen, bleek dat dit inderdaad het geval was. En dat ondanks het ontbreken van de hersencellen die essentieel zouden zijn voor reuk. Bij verder onderzoek bleek een andere vrouw precies hetzelfde te hebben. ‘We waren er helemaal ondersteboven van’, zegt Sobel.
Alleen vrouwen
De onderzoekers wendden zich vervolgens tot het Human Connectome Project, dat reukgegevens verzamelt voor alle deelnemers. Ze keken naar informatie van ongeveer zeshonderd vrouwen en vijfhonderd mannen, en vonden nog eens drie vrouwen die konden ruiken zonder bulbus olfactorius. Mannen met de aandoening werden niet gevonden.
Met behulp van de gegevens konden de onderzoekers de kans schatten dat een willekeurige vrouw geen bulbus olfactorius heeft, maar wel normaal kan ruiken. Ze kwamen uit op ongeveer 0,6 procent. Vreemd genoeg was die geschatte kans veel hoger bij linkshandige vrouwen. Onder linkshandige mensen hebben vrouwen zonder bulbus olfactorius ongeveer 4 procent kans om toch normaal te kunnen ruiken.
Onverwacht maar logisch
Sobel zegt dat er twee mogelijke verklaringen zijn voor de bevindingen. Allereerst is dit misschien gewoon nog meer bewijs voor de plasticiteit van het brein. Als het brein geen bulbus olfactorius heeft, kan het zichzelf zo reorganiseren dat andere hersengebieden het reukvermogen kunnen overnemen. Een tweede verklaring is dat we domweg minder weten over ons reukvermogen dan we denken.
Op dit moment kunnen we onmogelijk weten welke verklaring klopt. Sobel zegt dat de volgende stap is om de hersenen van vijfhonderd linkshandige vrouwen in beeld te krijgen, met het doel om ongeveer twintig vrouwen met dezelfde aandoening te identificeren. Met behulp van zo’n grotere groep willen Sobel en zijn collega’s weten hoe ver dat reukvermogen zonder bulbus olfactorius gaat. Daarmee hopen ze te kunnen verklaren waarom we onze bulbus olfactorius dan wél nodig hebben.
Neurowetenschapper Andreas Schaefer van het Francis Crick-instituut in het Verenigd Koninkrijk zegt dat de resultaten, hoewel onverwacht, wel logisch zijn als je ze vergelijkt met resultaten uit studies naar knaagdieren. Ratten kunnen bijvoorbeeld ook ruiken nadat delen van het reuksysteem zijn weggehaald.