Mannelijke kiekendieven met een vrouwelijk verenkleed blijken zich op de meest gewilde locaties te kunnen vestigen. Het typische alfamannetje dat daar normaalgesproken woont, verdedigt zijn territorium niet tegen een binnendringende travestiet.

Een mannelijke bruine kiekendief (Circus aeruginosus) valt een concurrent die zijn territorium binnendringt niet aan wanneer de indringer zich voordoet als vrouwtje. Andersom zijn de travestieten niet geneigd een ‘echt’ mannetje aan te vallen. Dat ontdekten Franse en Spaanse ecologen door kiekendiefpoppen in het territorium van echte kiekendieven te introduceren en te kijken hoe de vogels daarop reageren. Het onderzoek staat beschreven in het blad Proceedings of the Royal Society van 9 november.


De kiekendiefpoppen die het territorium van hun levende soortgenoten verkenden. Van links naar rechts staan een vrouwtje, een vrouwelijk mannetje en een typisch mannetje opgesteld.
Bron: Audrey Sternalski

‘Ik probeer robots te ontwikkelen die ook echt een nieuwe stap maken’
LEES OOK

‘Ik probeer robots te ontwikkelen die ook echt een nieuwe stap maken’

Hoe werkt vliegen? Dat lijkt een simpele vraag, maar voor luchtvaarttechnicus en bioloog David Lentink is het een levenslange zoektocht.

Kemphanen

Hoewel travestie de normaalste zaak van de wereld is bij sommige vissen, reptielen en insecten, zijn bruine kiekendieven en kemphanen de enige vogelsoorten waarbij een deel van de mannetjes zich levenslang voordoet als vrouw. In het Franse natuurgebied had zo’n 40 procent van de mannetjes een vrouwelijk verenkleed.

Normaal gesproken hebben volwassen mannetjes kiekendieven grijze veren op hun vleugels en staart. Feminiene mannetjes hebben, net als de vrouwtjes, een bruin verenkleed. De echte vrouwtjes zijn echter wel 30 procent groter dan de travestieten en hebben okergele irissen, in plaats van de wittige ogen van de vrouwelijke mannetjes.


Van links naar rechts: Een vrouwelijke kiekendief, een typisch mannetje en een vrouwelijk mannetje.
Bron: Vincent Bretagnolle, CEBC-CNRS

Waar het nabootsen van de andere sekse goed voor is, was lange tijd een raadsel. Omdat nu blijkt dat alfamannetjes vrouwelijke mannetjes met rust laten, denken de onderzoekers dat travestie de ondergeschikte mannetjes in staat stelt het beste leefgebied te betrekken, ook al leeft daar een dominant mannetje.

Ook het meten van de afstand tussen twee nesten bevestigt dat idee. Die afstand is gemiddeld 727 meter tussen de nesten van twee mannelijke mannetjes en slechts 406 meter tussen de nesten van een mannelijk en vrouwelijk mannetje. ‘Het levenslang nabootsen van een vrouwtje kan worden gezien als een niet-aanvalsverdrag tussen mannetjes die elkaar normaal gesproken niet tolereren’, concluderen de onderzoekers in hun artikel.