Het Science Centre in Delft toont jonge bezoekers hoe technisch onderzoek in zijn werk gaat. Het nieuwe interactieve techniekcentrum werd gisteren (1 september) onder brede belangstelling geopend.
Techniek gaat vooral om mensen. Het nieuwe Science Centre moet daarom de maatschappelijke en menselijke invloed van de techniek aan het publiek tonen. Dat was de boodschap die een glunderende Michael van der Meer (hoofd van het Centre) zijn gehoor bij de opening voorhield.
Wat eigenaar TU Delft daarnaast van het interactieve museum verwacht, blijkt uit de woorden van Paul Rullmann van het college van bestuur van de universiteit. ‘Voor een duurzame samenleving zijn ingenieurs nodig en daarvan kun je er nooit genoeg hebben. Je moet dus zorgen dat ze al jong enthousiast worden voor de techniek.’
Kunnen we ooit praten met Poekie?
Met behulp van AI slagen onderzoekers er steeds beter in dierengeluiden te ontcijferen. Kunnen we ooit echt met onze hond of kat babbelen?
In het Science Centre moet de bezoeker een zo natuur getrouw mogelijk beeld krijgen van het onderzoek aan de TU Delft, ‘maar dan wel toegankelijk’, stelt van der Meer. Rullmann voegt eraan toe: ‘Het is hier net het openluchtmuseum in Arnhem. Alleen dan zonder klederdracht.’
Aardbeving
Om de (jonge) museumgangers zoveel mogelijk in aanraking te laten komen met ‘onderzoekers in actie’, doet men er daarom ook écht onderzoek. Zo bedenken studenten Industrieel Ontwerpen en Bouwkunde vanuit een publiekelijk toegankelijke ruimte nieuwe interactieve zalen voor in het museum.
Daarnaast zal in het gamelab, vol zelfontworpen computerspellen, een TU’er promotieonderzoek doen naar ‘samenwerkingsmethoden en leiderschap.’ En zelfs de lollig ogende verschuivende vloer waarop bezoekers houten bouwwerken kunnen maken om te kijken hoe ze het er bij een ‘aardbeving’ vanaf brengen, zou wel eens serieuze toepassingen kunnen hebben. ‘Ik heb gehoord dat bouwkundestudenten hier straks ook hun projecten kunnen gaan testen’, grijnst één van de studentvrijwilligers die het publiek bij de opening van informatie moet voorzien.
Het nieuwe museum kent veel interactieve spellen en toont bekende projecten van de universiteit, waaronder een oude versie van het zonnewagentje Nuna, waarmee studenten van de TU elk jaar meedoen aan de solar challenge. Maar ook een vliegtuigsimulator, 3D-film, behendigheidsspelletjes, op afstand bestuurbare robots, een vliegtuigvleugelontwerptafel en een heuse miniatuurtrein die door supergeleiding weerstandsloos over zijn spoor zoeft, maken van het Science Centre een leuke technische speeltuin voor jonge bezoekers. Het museum is met 12 kleine zalen en één grote alleen helaas nog niet uitgebreid genoeg om een hele dag in zoet te zijn.
Het Science Centre Delft is vanaf vandaag (donderdag) officieel toegankelijk voor het publiek.
George van Hal