Er zijn tientallen nieuwe manen rondom Saturnus ontdekt, waarmee het totaal op 274 manen komt. Alle nieuw ontdekte manen hebben een diameter tussen de 2 en 4 kilometer. Dat roept de vraag op: wanneer is een rots te klein om een maan te zijn?

Er zijn nog eens 128 manen ontdekt die om Saturnus draaien. Dat brengt het totaal van de planeet op 274 manen – meer dan de manen van alle andere planeten in ons zonnestelsel bij elkaar. Dankzij geavanceerdere telescopen kunnen astronomen kleinere hemellichamen steeds beter waarnemen, maar dat roept wel een interessante vraag op: hoe klein mag een maan zijn voordat het niet meer is dan slechts een rots?

Astronoom Edward Ashton van de Academia Sinica in Taiwan en zijn collega’s hebben tientallen nieuwe manen gevonden die astronomen tot nu toe waren ontgaan. Dat deden ze met de Canada-France-Hawaii-telescoop. Ze maakten hiermee urenlang beelden van Saturnus. Deze corrigeerden ze voor de beweging van de planeet, om ze vervolgens op elkaar te stapelen. Zo konden ze objecten ontwaren die anders te zwak zijn om te zien.

Donkere materie moeten we eigenlijk onzichtbare materie noemen
LEES OOK

Donkere materie moeten we eigenlijk onzichtbare materie noemen

De naam 'donkere materie' suggereert onjuist dat deze materie licht absorbeert. Daarom zou je het beter onzichtbare materie kunnen noemen.

Wazige vlekken

Alle nieuw ontdekte manen hebben een diameter van 2 tot 4 kilometer. Ze zijn waarschijnlijk honderden miljoenen, of zelfs miljarden jaren geleden ontstaan door botsingen tussen grotere manen, zegt Ashton. ‘Het zijn kleine rotsblokken die in de ruimte zweven, dus sommige mensen vinden dit misschien niet zo bijzonder. Maar ik denk dat het belangrijk is om een compleet overzicht te hebben van alle objecten in het zonnestelsel‘, aldus Ashton.

Ondanks de enorme hoeveelheid aan gegevens die het team heeft verzameld, zien de gevonden manen er op de telescoopbeelden nog steeds slechts uit als ‘wazige vlekken’, zegt Ashton. Er bestaan krachtigere telescopen die de manen waarschijnlijk gedetailleerder kunnen vastleggen. Echter hebben veel van die telescopen een kleiner gezichtsveld, waardoor ze veel meer beelden zouden moeten maken, zegt hij.

De pas ontdekte manen zijn erkend door de Internationale Astronomische Unie (IAU) en Ashton en zijn team mogen ze nu een naam geven. Ashton, die uit Canada komt, heeft een vertegenwoordiger van de inheemse volken van Canada benaderd voor suggesties, maar zegt ook na te denken over een openbare namenwedstrijd.

Duizenden manen

Kunnen er nog meer manen zijn? Astronomen speuren al decennialang met steeds krachtigere telescopen het gebied rondom Saturnus af. Dat heeft de afgelopen jaren zijn vruchten afgeworpen. In 2019 werden er twintig nieuwe manen gevonden. Ashton en zijn collega’s ontdekten in 2023 ook al 62 manen, los van de 128 die ze nu hebben gevonden. Volgens Ashton hangen verdere ontdekkingen waarschijnlijk af van verbeteringen in de telescooptechnologie. Hij vermoedt dat er met gemak duizenden manen rondom Saturnus draaien, zelfs als we het kleinere, rotsachtige puin in de ringen van de planeet buiten beschouwing laten.

Astronoom Mike Alexandersen van het Minor Planet Center, dat hemellichamen registreert voor de IAU, zegt dat er waarschijnlijk nog veel meer manen in ons zonnestelsel gevonden zullen worden nu de nieuwste telescopen in staat zijn om kleinere objecten waar te nemen. Hij benadrukt dat er keuzes moeten worden gemaakt over wat wel en niet meetelt als maan.

Maan of rotsblokje?

‘Ik weet dat de IAU heeft besloten om, gezien het grote aantal manen dat waarschijnlijk bestaat, geen prioriteit te geven aan het benoemen van objecten kleiner dan 1 kilometer. Maar dat is niet hetzelfde als dat ze die niet als maan erkennen’, zegt Alexandersen. ‘Ze zullen waarschijnlijk pas een naam krijgen als er een ruimtevaartuig naartoe gaat.’

Hij oppert dat de grens tussen een maan en een willekeurig rotsblokje waarschijnlijk tussen een diameter van 1 meter en 1 kilometer zal liggen. ‘Uiteindelijk zal het waarschijnlijk niet mijn beslissing zijn, maar die van de IAU. Die zal een min of meer controversiële grens bepalen – net als de grens voor wat wel of niet een planeet is. En het zal waarschijnlijk relatief willekeurig zijn’, zegt Alexandersen.

Geofysicus Elizabeth Day van het Imperial College London in het Verenigd Koninkrijk zegt dat er op een dag misschien zelfs commerciële redenen kunnen zijn om het zonnestelsel nauwkeurig in kaart te brengen. ‘Misschien willen we ooit grondstoffen winnen uit planetoïden en manen in het zonnestelsel. Dan is het belangrijk om precies te weten wat waar ligt’, zegt Day,