Een nieuw jaar brengt de belofte van langverwachte wetenschappelijke doorbraken. New Scientist blikt vooruit op 2017, het jaar dat ruimtesonde Cassini een laatste huzarenstukje zal verrichten.

De sonde Cassini boven Enceladus en Saturnus. Afbeelding: Kevin Gill
De sonde Cassini boven Enceladus en Saturnus. Afbeelding: Kevin Gill

In september 2017 zal de ruimtesonde Cassini zich na bijna twintig jaar trouwe dienst te pletter storten op Saturnus – maar niet zonder astronomen nog eenmaal nieuwe inzichten in de planeetreus te verschaffen.

Sinds Cassini in 2004 in een baan rond Saturnus kwam, heeft het duizenden prachtige foto’s van de planeet en zijn ringen en manen verzonden. Met dank aan de ruimtesonde kwamen onvermoede ringstructuren aan het licht, en konden de weersomstandigheden op Saturnus tot in detail in kaart worden gebracht. Een van de belangrijkste ontdekkingen was dat de kleine, ijzige Enceladus fonteinen van water de ruimte in spuwt. Dat geeft aan dat op deze maan een ondergrondse oceaan voorkomt, met de juiste omstandigheden voor het bestaan van leven.

‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’
LEES OOK

‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’

Oude sterren en pril leven – dat zijn de onderwerpen waar het hart van sterrenkundige Leen Decin harder van gaat kloppen.

En dat is de reden waarom Cassini nu moet sterven. De brandstofvoorraden van het ruimtevaartuig lopen ten einde. Zou de sonde neerstorten op Enceladus, dan zou het de ongerepte maan vervuilen met brandstofresten en mogelijk zelfs besmetten met aardse microben die op de sonde zijn meegelift. Om dat te voorkomen, zal Cassini haar eigen ondergang inluiden in een slotmissie die passend de ‘grand finale’ genoemd wordt.

22 rondjes

dossier-vooruitblik-2017

Welke wetenschappelijke doorbraken kunnen we in het volgende jaar verwachten? Lees er alles over in ons dossier Vooruitblik 2017

 

Cassini zal zo’n miljoen kilometer boven de noordpool van Saturnus zweven alvorens langs de ringen van Saturnus omlaag te scheren naar de ruimte tussen de ringen en de atmosfeer van de planeet, een gebied dat nooit eerder is verkend. In totaal zal Cassini daar 22 banen om de planeet beschrijven, elk met een duur van zes dagen. In die periode zal de ruimtesonde deeltjes monsteren die vanuit de ringen naar de atmosfeer afdrijven en analyseren hoeveel stof en ijs die deeltjes bevatten. De 22 rondjes zullen bovendien kaarten opleveren van het zwaartekrachts- en magnetisch veld rond Saturnus. Op basis daarvan kunnen astronomen conclusies trekken over het binnenste van de planeet.

Pas dan, als de sonde zijn laatste missie heeft voltooid, zal Cassini in de buitenste atmosfeerlaag van Saturnus duiken en in vlammen opgaan.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief. 

Lees verder: