Wageningen (NL) – Een internationaal onderzoeksteam gaat insecten die schadelijk zijn voor de rooibosteelt aanpakken.


Zuid-Afrikaanse rooibosthee wordt wereldwijd steeds populairder. Helaas wordt de teelt van de plant bemoeilijkt door twee soorten vlinderlarven die aan de plant knabbelen. De ene soort eet de naalden van de plant op, waardoor de plant minder opbrengt. De andere soort boort tunnels in de plant. In deze tunnels kunnen dan makkelijk ziekteverwekkende schimmels en bacteriën gaan groeien.
Plant Research International, dat deel uitmaakt van het onderzoeksteam, wil de schadelijke vlinders bij de plant weghouden met natuurlijke geurstoffen (feromonen). De onderzoekers willen de vlinders met deze stoffen in de val lokken of in verwarring brengen.
De wetenschappers gebruiken zogenaamde elektro-antennografie om te bekijken welke stoffen de vlinders beïnvloeden. In een laboratorium is een vlinder vastgezet in een opstelling, terwijl een stof langs de voelsprieten wordt geblazen. Als de vlinder de stof kan ruiken, meten elektroden die op de voelsprieten zijn geplakt een spanningsverandering. Deze techniek kan uitwijzen welke lokstoffen van het vrouwtje voor het mannetje aantrekkelijk zijn.
Daarna worden de feromonen gesynthetiseerd en getest in het veld. De onderzoekers kijken of de stoffen de mannetjesvlinders inderdaad weglokken van de rooibosplant, of het mannetje zo kunnen verwarren dat hij het vrouwtje niet meer kan vinden.
Een andere strategie om de vlinders te verjagen is het kweken van hun natuurlijke vijanden, bijvoorbeeld insecten die de eitjes eten. Nog een optie is het namaken van de geur van de rooibosplant zelf. De synthetische geurstoffen zouden de vlinders massaal moeten weglokken van de plantages.

Mariëtte Bliekendaal