Gent (B) – Het aantal rokende tienermeisjes is verdubbeld in de laatste acht jaar. De inspanningen van de overheid om het roken bij jongeren terug te dringen, leveren schijnbaar niets op.


Ondanks alle inspanningen om het rookgedrag te verminderen, is in de jaren negentig het aantal rokende jongeren fors gestegen. Ook de tienermeisjes grijpen tegenwoordig massaal naar de sigaret: ze hebben in aantal de jongens bijna ingehaald. Diverse onderzoeksteams presenteerden deze cijfers in Gent van 9 tot 12 november tijdens de herfstmeeting van de internationale studiegroep ‘Jongeren en Gezondheid’.
Het project ‘Jongeren en Gezondheid’ is een grootscheeps enquêteonderzoek georganiseerd door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Het tracht de trends in het gezondheidsgedrag bij jongeren te traceren. Onder meer houdt het de evolutie van het tabaksgebruik angstvallig in het oog. Tabak is immers de belangrijkste vermijdbare doodsoorzaak in de Westerse landen.
Het onderzoeksteam van prof dr Lea Maes uit Gent voerde de enquête uit in Vlaanderen. In 1990 rookte acht procent van de vijftien- en zestienjarige meisjes dagelijks. Dat is in 1998 opgelopen tot twintig procent. Ook bij de zeventien- en achttienjarigen zijn de cijfers schrikbarend: van dertien procent in 1990 naar dertig procent in 1998. Daarmee hebben ze de jongens zo goed als ingehaald. Daarvan rookt eenentwintig procent op vijftien- en zestienjarige leeftijd en eenendertig procent op hun zeventiende of achttiende.
Maes vergeleek de Vlaamse cijfers met vier andere Europese landen of regio’s, namelijk Oostenrijk, Polen, Schotland en Zweden. In Oostenrijk rookte in 1998 reeds zesendertig procent van de meisjes tussen de veertien en zestien jaar, terwijl Polen het laagste aantal heeft, ‘slechts’ zeventien procent. In de meeste landen roken meer meisjes dan jongens.
De gedragsprofielen van rokende meisjes en jongens verschillen internationaal gezien overigens nauwelijks. In alle landen spijbelen de rokers meer en vertonen ze meer risicogedrag, zoals frequent dronken zijn, dan niet-rokers. Daarenboven zijn ze meer gericht op de vriendengroep dan op het gezin en is de betrokkenheid bij de school geringer.

Trendbreuk?
De volgende internationale enquête is gepland voor 2002, maar het Gentse team voerde in 2000 al een tussentijds onderzoek uit in Vlaanderen. Daaruit blijkt dat de sterk stijgende trend van de jaren negentig niet verder doorzet, maar zich eerder stabiliseert. Hopelijk bevestigt de enquête van 2002 deze trendbreuk.
Niettemin roept Maes op tot meer aandacht voor de specifieke gezondheidsproblemen van rokende vrouwen. Er zijn immers niet alleen de gevolgen op latere leeftijd, maar er is ook de directe invloed op de vruchtbaarheid van jonge vrouwen, er zijn problemen tijdens de zwangerschap en gevolgen voor de baby en het jonge kind. Tienermeisjes moeten volgens Maes een duidelijke doelgroep vormen voor preventieve acties, zowel nationaal als op Europees niveau.

Peter Raeymaekers

Meer lezen:
Het volledige rapport van de internationale WHO-survey van 1998
Meer informatie over de tussentijdse Vlaamse studie van 2000