Volgens natuurkundige Robbert Dijkgraaf leven we in gouden tijden voor de wetenschap. Voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid komt de zoektocht van sterrenkundigen en deeltjesfysici bij elkaar. Over de situatie aan de Nederlandse universiteiten is hij minder hoopvol.
In een interview in New Scientist spreekt Robbert Dijkgraaf enthousiast over de spraakmakende ontwikkelingen in zijn vakgebied. ‘Het allerkleinste en het allergrootste komen voor het eerst samen. Het allerkleinste is wat er in CERN gebeurt. We hebben het higgsdeeltje gezien. In het voorjaar wordt de LHC (Large Hadron Collider, de ondergrondse deeltjesversneller) weer aangezet. Die knalt dan deeltjes op elkaar met tweemaal zo veel energie en de verwachting is dat ze daar in korte tijd al nieuwe natuurkunde kunnen verkennen. De grootste microscoop – de deeltjesversneller in CERN – en de grootste telescopen – de nieuwste satellieten en landtelescopen – zijn allemaal op zoek naar hetzelfde: hoe hangt het allemaal samen? Voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid komen die zoektochten bij elkaar.’
Mondiale focus
De situatie in de Nederlandse wetenschap ziet Dijkgraaf minder zonnig. ‘Al onze universiteiten zijn goed. Niet de absolute top, maar wel erg goed. We behandelen elke universiteit gelijk. Dat is mooi, maar daarmee haal je nooit de top. We denken te veel vanuit Nederland terwijl de focus mondiaal moet zijn.’
‘Einstein liep als theoreticus vast op de nieuwe bevindingen’
Toen de Nederlandse natuurkundige Heike Kamerlingh Onnes iets geks ontdekte over supergeleiding, was dit onder veel fysici het gesprek van de dag. Maa ...
Landen om ons heen doen het beter, aldus Dijkgraaf. ‘Wat me stoort, is dat landen als Duitsland en Scandinavië met dezelfde problematiek zitten, maar toch proberen een aantal kersen op de taart te plaatsen. Met extra geld worden initiatieven ontwikkeld die echt tot de verbeelding spreken en daar wordt zwaar op ingezet. Dat ontbreekt in Nederland totaal. Dat is laf en onverdiend.’
‘De bedragen die bij een enkele topuniversiteit in Amerika omgaan zijn te vergelijken met het bedrag dat in Nederland in zijn totaliteit aan wetenschap wordt besteed. Dat is alleszeggend. De volgende stap moet gezet worden. Ik heb twijfels of dat gebeurt en dat baart mij grote zorgen.’